Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. stereotype:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for stereotype from Dutch to Spanish

stereotype:

stereotype [het ~] noun

  1. het stereotype
    el estereotipo; el tópico; la costumbre fija; la impresión; la rutina; el modelo repetido

stereotype adj

  1. stereotype (stereotiep)

Translation Matrix for stereotype:

NounRelated TranslationsOther Translations
costumbre fija stereotype vast patroon
estereotipo stereotype stereotiep; vast patroon
impresión stereotype advertentieaanvraag; afdruksel; algehele indruk; gedaante; gevoel; gewaarwording; impressie; indruk; instinct; intuïtie; schim; sensatie; totale indruk
modelo repetido stereotype vast patroon
rutina stereotype eentonigheid; eenvormigheid; ervaring; monotonie; ondervinden; ondervinding; praktijk; routine; saaiheid; sleur; uniformiteit; vast patroon
tópico stereotype casus; cliché; dooddoener; feit; gebeurtenis; gemeenplaats; geval; incident; issue; kwestie; kwesties; probleem; problematiek; problemen; punt; stereotiep beeld; voorval; vraagstuk
ModifierRelated TranslationsOther Translations
estereotipo stereotiep; stereotype
tópico cliché

Related Words for "stereotype":

  • stereotypen, stereotypes

Wiktionary Translations for stereotype:

stereotype
noun
  1. vastliggend beeld, karakterisering, vooroordeel