Dutch

Detailed Translations for permanent from Dutch to Spanish

permanent:

permanent [de ~ (m)] noun

  1. de permanent (permanentje)
    la permanente
  2. de permanent (krulhaar; krullen; krulletjes)
    el pelo rizado; el pelo crespo; el pelo encrespado; el pelo ensortijado

Translation Matrix for permanent:

NounRelated TranslationsOther Translations
pelo crespo krulhaar; krullen; krulletjes; permanent
pelo encrespado krulhaar; krullen; krulletjes; permanent
pelo ensortijado krulhaar; krullen; krulletjes; permanent
pelo rizado krulhaar; krullen; krulletjes; permanent
permanente krullenkapsel; permanent; permanentje
ModifierRelated TranslationsOther Translations
constantemente altijd; constant; continu; doorlopend; immer; onophoudelijk; permanent; steeds; voortdurend aanhoudend; aldoor; almaar; bestendig; blijvend; constant; continue; de hele tijd; gedurig; onafgebroken; onafgelaten; ononderbroken; onophoudelijk; onvermoeibaar; onvermoeid; steeds; telkens; voortdurend
continuamente altijd; constant; continu; doorlopend; immer; onophoudelijk; permanent; steeds; voortdurend aanhoudend; aldoor; almaar; altijddurend; blijvend; constant; continue; de hele tijd; doorgaand; doorlopend; eeuwig; gedurig; onafgebroken; onafgelaten; ononderbroken; onophoudelijk; onvermoeibaar; onvermoeid; steeds; telkens; uitentreuren; voortdurend
definitivo definitief; onverandelijk; permanent; vastgesteld; vaststaand; voorgoed achterste; definitieve; finaal; laatste; onherstelbaar; onweerlegbaar; reddeloos; vast en zeker
en todo momento altijd; constant; continu; doorlopend; immer; onophoudelijk; permanent; steeds; voortdurend aanhoudend; constant; onafgebroken; onafgelaten; ononderbroken; onophoudelijk; voortdurend
incesantemente altijd; constant; continu; doorlopend; immer; onophoudelijk; permanent; steeds; voortdurend
invariablemente altijd; constant; continu; doorlopend; immer; onophoudelijk; permanent; steeds; voortdurend altijd; altoos; eeuwig; immer; steevast; voor altijd; voor het leven; voor immer
irremediable definitief; onverandelijk; permanent; voorgoed achterste; definitieve; finaal; laatste; onafwendbaar; onherroepelijk; onherstelbaar; onontkoombaar; onvermijdelijk; onweerlegbaar; reddeloos; vast en zeker
irrevocable definitief; permanent; vastgesteld; vaststaand achterste; definitieve; finaal; laatste; onafwendbaar; onherroepelijk; onontkoombaar; onvermijdelijk; onweerlegbaar; vast en zeker
para siempre definitief; onverandelijk; permanent; voorgoed altijd; altoos; eeuwig; immer; voor altijd; voor het leven; voor immer
para siempre jamás definitief; onverandelijk; permanent; voorgoed immer; immermeer
permanente aanhoudend; altijddurend; blijvend; constant; continue; de hele tijd; doorgaand; doorlopend; duurzame; eeuwig; onafgebroken; onafgelaten; ononderbroken; onophoudelijk; voortdurend
permanentemente altijd; constant; continu; doorlopend; immer; onophoudelijk; permanent; steeds; voortdurend
siempre altijd; constant; continu; doorlopend; immer; onophoudelijk; permanent; steeds; voortdurend altijd; altoos; eeuwig; elke keer; iedere keer; immer; steevast; telkens; voor altijd; voor het leven; voor immer
sin interrupción altijd; constant; continu; doorlopend; immer; onophoudelijk; permanent; steeds; voortdurend aanhoudend; constant; onafgebroken; onafgelaten; ononderbroken; onophoudelijk; voortdurend; zonder onderbreking
sin parar altijd; constant; continu; doorlopend; immer; onophoudelijk; permanent; steeds; voortdurend doorgaand; doorlopend
sin remedio definitief; onverandelijk; permanent; voorgoed onherstelbaar; reddeloos
todo el tiempo altijd; constant; continu; doorlopend; immer; onophoudelijk; permanent; steeds; voortdurend altijd; altoos; eeuwig; immer; voor altijd; voor het leven; voor immer

Related Words for "permanent":

  • permanenten, permanente

Wiktionary Translations for permanent:


Cross Translation:
FromToVia
permanent permanente permanent — without end
permanent permanente ständig — immer während, fest
permanent continuamente; siempre continuellement — Sans interruption, de manière continue.
permanent permanente; continuo; estable; perenne; contínuo permanent — Qui est stable, immuable, qui dure sans changer, qui dure constamment.