Summary
Dutch
Detailed Translations for pennen from Dutch to Spanish
pennen:
Conjugations for pennen:
o.t.t.
- pen
- pent
- pent
- pennen
- pennen
- pennen
o.v.t.
- pende
- pende
- pende
- penden
- penden
- penden
v.t.t.
- heb gepend
- hebt gepend
- heeft gepend
- hebben gepend
- hebben gepend
- hebben gepend
v.v.t.
- had gepend
- had gepend
- had gepend
- hadden gepend
- hadden gepend
- hadden gepend
o.t.t.t.
- zal pennen
- zult pennen
- zal pennen
- zullen pennen
- zullen pennen
- zullen pennen
o.v.t.t.
- zou pennen
- zou pennen
- zou pennen
- zouden pennen
- zouden pennen
- zouden pennen
diversen
- pen!
- pent!
- gepend
- pennend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for pennen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
escribir | uitschrijven | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
escribir | kalken; pennen; schrijven | boeken; corresponderen; een briefwisseling hebben; invoeren; noteren; opschrijven; optekenen; registreren; schrijven; typen; vastleggen |
escribir mucho | kalken; pennen; schrijven |
Related Words for "pennen":
pennen form of pen:
Translation Matrix for pen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
aguja | klem; pen; pin | haring; keer; keg; keil; kentering; naald; ombuiging; omkeer; ommekeer; ommezwaai; omslag; pin; speld; spoorwegwissel; tentharing; wig; wijzer; wissel |
boli | ballpoint; balpen; pen; schrijfstift | keg; keil; wig |
bolígrafo | ballpoint; balpen; pen; schrijfstift | |
clavija | klem; pen; pin | beurs; borgmoer; geldstuk; klamp; klem; klemhaak; klinknagel; knijp; knip; mijt; munt; muntstuk; nagel; penning; pin; portefeuille; portemonnaie; portemonnee; speld; spie; spijker; veiligheidspal; veiligheidsspeld; zekerheidspen |
espiga | ballpoint; balpen; klem; pen; pin | aar; geldstuk; korenaar; munt; muntstuk; penning; pin; speld |
pluma | ballpoint; balpen; pen; vulpen | kraan; kroontjespen; pluim; veer; waterkraan |
punzón | klem; pen; pin | drevel; els; elsbes; etsnaald; graveernaald; graveerpen; graveerstift; pons; priem |
- | balpen |