Dutch
Detailed Translations for opgezetheid from Dutch to Spanish
opgezetheid:
-
opgezetheid (gezwollenheid; opgeblazenheid)
Translation Matrix for opgezetheid:
Noun | Related Translations | Other Translations |
hinchazón | gezwollenheid; opgeblazenheid; opgezetheid | aangroei; aanwas; bobbel; bolling; buil; bult; declamatie; dikte; holle hoogdravendheid; kneuswond; kneuzing; knobbel; knoest; kwast; letsel; opgezwollen plek; opzetting; pukkel; steenpuist; uitdijen; uitdijing; verdikking; zwelling |