Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. onpasselijkheid:
  2. onpasselijk:


Dutch

Detailed Translations for onpasselijkheid from Dutch to Spanish

onpasselijkheid:

onpasselijkheid [de ~ (v)] noun

  1. de onpasselijkheid (misselijkheid; ongesteldheid)
    el mareo; la náuseas

Translation Matrix for onpasselijkheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
mareo misselijkheid; ongesteldheid; onpasselijkheid duizeligheid; dun zijn; luchtziekte; magerheid; magerte; wagenziekte; zeeziekte
náuseas misselijkheid; ongesteldheid; onpasselijkheid afgrijzen; gruwen; walging; weerzin

Related Words for "onpasselijkheid":


onpasselijkheid form of onpasselijk: