Dutch
Detailed Translations for ondersteunen from Dutch to Spanish
ondersteunen:
-
ondersteunen (stutten; steunen; schoren; dragen; schragen)
soportar; apoyar; poner puntales; sujetar; apuntalar-
soportar verb
-
apoyar verb
-
poner puntales verb
-
sujetar verb
-
apuntalar verb
-
-
ondersteunen (helpen; assisteren; seconderen; bijstaan; bijspringen; weldoen)
-
ondersteunen (steunen; rugsteunen)
-
ondersteunen (troosten; bemoedigen; vertroosten; opbeuren)
Conjugations for ondersteunen:
o.t.t.
- ondersteun
- ondersteunt
- ondersteunt
- ondersteunen
- ondersteunen
- ondersteunen
o.v.t.
- ondersteunde
- ondersteunde
- ondersteunde
- ondersteunden
- ondersteunden
- ondersteunden
v.t.t.
- heb ondersteund
- hebt ondersteund
- heeft ondersteund
- hebben ondersteund
- hebben ondersteund
- hebben ondersteund
v.v.t.
- had ondersteund
- had ondersteund
- had ondersteund
- hadden ondersteund
- hadden ondersteund
- hadden ondersteund
o.t.t.t.
- zal ondersteunen
- zult ondersteunen
- zal ondersteunen
- zullen ondersteunen
- zullen ondersteunen
- zullen ondersteunen
o.v.t.t.
- zou ondersteunen
- zou ondersteunen
- zou ondersteunen
- zouden ondersteunen
- zouden ondersteunen
- zouden ondersteunen
en verder
- ben ondersteund
- bent ondersteund
- is ondersteund
- zijn ondersteund
- zijn ondersteund
- zijn ondersteund
diversen
- ondersteun!
- ondersteunt!
- ondersteund
- ondersteunend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for ondersteunen:
Wiktionary Translations for ondersteunen:
ondersteunen
Cross Translation:
verb
-
helpen, bijstaan
- ondersteunen → sostener
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• ondersteunen | → ayudar | ↔ abet — to support, uphold, or aid |
• ondersteunen | → apuntalar | ↔ buttress — support something physically with, or as if with, a buttress |
• ondersteunen | → corroborar; afianzar | ↔ buttress — support something or someone by supplying evidence |
• ondersteunen | → secundar | ↔ second — to agree as a second person |
• ondersteunen | → apoyar; sostener; apuntalar | ↔ support — to keep from falling |
• ondersteunen | → apoyar; respaldar | ↔ support — to help, particularly financially |
• ondersteunen | → respaldar; sustentar | ↔ underpin — To give support to |
• ondersteunen | → sostener | ↔ uphold — to support by approval or encouragement |
• ondersteunen | → arrimar; apoyar | ↔ accoter — appuyer d’un côté pour soutenir. |
• ondersteunen | → apoyar; empujar; sostener; amparar | ↔ appuyer — placer contre quelque chose. |
• ondersteunen | → mantener | ↔ maintenir — tenir ferme et fixe. |
External Machine Translations: