Summary


Dutch

Detailed Translations for niet vasthouden from Dutch to Spanish

niet vasthouden:


Translation Matrix for niet vasthouden:

NounRelated TranslationsOther Translations
levantar omhoog steken; omhoog werpen; opsteken; opwerpen
liberar bevrijden; loslaten
soltar loslating; losraken
VerbRelated TranslationsOther Translations
dejar ir laten gaan; laten lopen; niet vasthouden
levantar laten gaan; laten lopen; niet vasthouden aansteken; aanstrijken; afbakenen; afpalen; afzetten; arrangeren; begrenzen; bliksemen; bouwen; buslichten; casseren; construeren; doen ontvlammen; heffen; hernieuwen; herstellen; hijsen; hoger maken; hoger worden; hooghouden; iets op touw zetten; ijlen; in de fik steken; in de hoogte houden; in de hoogte steken; jachten; jagen; jakkeren; lichten; motiveren; naar boven tillen; naar boven trekken; omhoog brengen; omhoog heffen; omhoog rukken; omhoog trekken; omhoogbrengen; omhooggooien; omhooghalen; omhoogheffen; omhooghouden; omhoogkomen; omhoogrukken; omhoogsteken; omhoogtillen; omhoogtrekken; omlijnen; opgooien; opheffen; ophijsen; ophogen; ophouden; opschieten; opstijgen; optillen; opvliegen; opwerpen; rechtop zetten; regelen; renoveren; reppen; snellen; spoeden; tillen; verbeteren; verhelpen; verhogen; verhuizen; verkassen; vernieuwen; vliegen; weerlichten; zich haasten; zich omhoogtrekken; zich optrekken aan; zich spoeden
levantar la prohibición de laten gaan; laten lopen; niet vasthouden afkondigen; aflezen; afroepen; bekend maken; bekendmaken; openbaar maken; oplezen
liberar laten gaan; loslaten; niet vasthouden amnestie verlenen; banen; bevrijden; bevrijden van belegeraars; emanciperen; in vrijheid stellen; invrijheidstellen; laten gaan; loskomen; loslaten; losmaken; ontsnappen; ontzetten; van de boeien ontdoen; van last bevrijden; verlossen; vrijgeven; vrijkomen; vrijlaten; vrijmaken; vrijvechten; zich bevrijden
no tenaz laten gaan; laten lopen; niet vasthouden
soltar laten gaan; loslaten; niet vasthouden afgespen; afhaken; afvallen; afzeggen; afzien van; detacheren; doorslaan; eraf gaan; eruitstappen; losgooien; loskrijgen; losmaken; lostornen; loswerken; loswerpen; open krijgen; opgeven; ophouden; opsturen; posten; scheiden; stoppen; sturen; toezenden; tornen; uithalen; uittrekken; verklappen; verraden; verzenden; wegsturen; wegzenden

External Machine Translations:

Related Translations for niet vasthouden