Translate kind from Dutch to Spanish

Remove Ads

Summary

Dutch to Spanish: more detail...

kind:
- niño; chica; pequeñita; niño pequeño; chiquilla; pequeñito; niña; bebé; chiquillo; chico; niño de pecho; lactante; menor
Wiktionary:
- kind → niño, niña, infante, hija, hijo

Dutch

Detailed Translations for kind from Dutch to Spanish

kind:

kind [het ~] noun

het kind (klein meisje; kleuter; kleintje; kleine jongen; klein kind)
el niño; la chica; la pequeñita; el niño pequeño; la chiquilla; el pequeñito; la niña; el bebé; el chiquillo; el chico
- niño [el ~] noun
- chica [la ~] noun
- pequeñita [la ~] noun
- niño pequeño [el ~] noun
- chiquilla [la ~] noun
- pequeñito [el ~] noun
- niña [la ~] noun
- bebé [el ~] noun
- chiquillo [el ~] noun
- chico [el ~] noun
het kind (zuigeling; baby; kind dat aan de borst is)
el niño de pecho; el bebé; el lactante
- niño de pecho [el ~] noun
- bebé [el ~] noun
- lactante [el ~] noun
het kind
el niño
- niño [el ~] noun
het kind
el menor
- menor [el ~] noun

Translation Matrix for kind:

Noun	Related Translations	Other Translations
bebé	baby; kind; kind dat aan de borst is; klein kind; klein meisje; kleine jongen; kleintje; kleuter; zuigeling	baby; babytje; dreumes; hummel; kindje; klein kind; kleintje; peuter; uk; worm; wurm
chica	kind; klein kind; klein meisje; kleine jongen; kleintje; kleuter	beminde; dreumes; duifje; griet; hummel; jonge dame; juffrouw; klein kind; kleintje; kleuter; liefje; liefste; lieve; mejuffrouw; peuter; poepje; schat; schatje; schattebout; scheetje; snoes; uk; wicht; wichtje; worm; wurm
chico	kind; klein kind; klein meisje; kleine jongen; kleintje; kleuter	baasje; dreumes; gast; gozer; heerschap; hummel; jochie; jongen; jongetje; kerel; klein jongetje; klein kereltje; klein kind; kleine jongen; kleintje; kleuter; knakker; knul; man; mannetje; mannetjesdier; peuter; rakker; sujet; uk; vent; worm; wurm
chiquilla	kind; klein kind; klein meisje; kleine jongen; kleintje; kleuter	deerntje; dreumes; hummel; jonge dame; klein kind; kleintje; kleuter; peuter; uk; wicht; wichtje; worm; wurm
chiquillo	kind; klein kind; klein meisje; kleine jongen; kleintje; kleuter	baasje; dreumes; hummel; iemand die stage loopt; jochie; jongetje; jongmaatje; klein jongetje; klein kereltje; klein kind; kleine jongen; kleintje; kleuter; leerling; peuter; scholier; stagiair; uk; worm; wurm
lactante	baby; kind; kind dat aan de borst is; zuigeling
menor	kind	de jongere; junior
niña	kind; klein kind; klein meisje; kleine jongen; kleintje; kleuter	beminde; deerntje; dreumes; duifje; hummel; jonge dame; juffrouw; klein kind; kleine; kleintje; kleuter; liefje; liefste; lieve; mejuffrouw; peuter; poepje; schat; schatje; schattebout; scheetje; snoes; uk; wicht; wichtje; worm; wurm
niño	kind; klein kind; klein meisje; kleine jongen; kleintje; kleuter	baasje; dreumes; hondje; hummel; jochie; jong; jongetje; klein jongetje; klein kereltje; klein kind; kleine; kleine jongen; kleintje; kleuter; peuter; uk; welp; worm; wurm
niño de pecho	baby; kind; kind dat aan de borst is; zuigeling
niño pequeño	kind; klein kind; klein meisje; kleine jongen; kleintje; kleuter	jochie; klein jongetje; klein kind; kleuter
pequeñita	kind; klein kind; klein meisje; kleine jongen; kleintje; kleuter	dreumes; hummel; klein kind; kleine; kleintje; kleuter; peuter; uk; wicht; wichtje; worm; wurm
pequeñito	kind; klein kind; klein meisje; kleine jongen; kleintje; kleuter	dreumes; hummel; jochie; klein jongetje; klein kind; kleine; kleintje; kleuter; peuter; uk; worm; wurm
Modifier	Related Translations	Other Translations
chico		klein; ondermaats; van geringe afmeting
menor		in geringe mate; jonger; jongst; klein; kleinst; kleinste; marginaler; minder oud; miniemste; onmondig

Related Words for "kind":

kinds

Related Definitions for "kind":

mens die nog niet volwassen is¹
- zij hebben twee kinderen¹

Wiktionary Translations for kind:

Cross Translation:

From	To	Via
• kind	→ niño; niña; infante	↔ child — a minor
• kind	→ hija; hijo	↔ child — a female or male child, a daughter or son
• kind	→ niño; niña	↔ Kind — Mensch, mit Bezug auf seine familiäre Zugehörigkeit (Beziehung der Abkommenschaft)
• kind	→ niño; niña	↔ Kind — heranwachsender Mensch, kein Baby mehr, aber noch kein Jugendlicher

External Machine Translations:

Related Translations for kind

¹Muiswerk Woordenboek

Remove Ads

Translate kind from Dutch to Spanish

Detailed Translations for kind from Dutch to Spanish

kind:

kind [het ~] noun

het kind (klein meisje; kleuter; kleintje; kleine jongen; klein kind)

het kind (zuigeling; baby; kind dat aan de borst is)

het kind

het kind

Translation Matrix for kind:

Related Words for "kind":

Related Definitions for "kind":

Wiktionary Translations for kind:

Related Translations for kind