Dutch
Detailed Translations for jongmaatje from Dutch to Spanish
jongmaatje:
-
het jongmaatje
el estudiante; el mozo; el aprendiz; el miembro juvenil; la voluntaria; el chiquillo; el discípulo; la pupila; el pupilo; el educando; la discípula; la persona que hace prácticas
Translation Matrix for jongmaatje:
Related Words for "jongmaatje":
jongmaat:
-
jongmaat (maatje; leerknecht; pupil)
Translation Matrix for jongmaat:
Noun | Related Translations | Other Translations |
aprendiz | jongmaat; leerknecht; maatje; pupil | iemand die stage loopt; jongmaatje; leerjongen; leerling; scholier; stagiair |
criado | jongmaat; leerknecht; maatje; pupil | bediende; butler; dienaar; dienstknecht; herenknecht; huisbediende; huisjongen; huisknecht; kamerbediende; kamerdienaar; knecht |
gañán | jongmaat; leerknecht; maatje; pupil | assistent; bediende; dienaar; dienstknecht; helper; huisknecht; hulp; knecht; secondant |
peón | jongmaat; leerknecht; maatje; pupil | arbeider; bediende; butler; dienaar; dienstknecht; herenknecht; huisknecht; kamerbediende; kamerdienaar; knecht; ongeschoold arbeider; pion; wegwerkers; werker; werkkracht; werkman |
sirviente | jongmaat; leerknecht; maatje; pupil | assistent; bediende; dienaar; dienstknecht; helper; huisknecht; hulp; hulp in de huishouding; knecht; schoonmaakster; secondant; werkster |
yunta | jongmaat; leerknecht; maatje; pupil | bediende; groep van twee of meer; knecht; koppel; span; stel |