Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. ingewikkeldheid:
  2. ingewikkeld:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for ingewikkeldheid from Dutch to Spanish

ingewikkeldheid:

ingewikkeldheid [de ~ (v)] noun

  1. de ingewikkeldheid (gecompliceerdheid)
    la complejidad
  2. de ingewikkeldheid (moeilijkheid; probleem)
    la dificultad; el problema

Translation Matrix for ingewikkeldheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
complejidad gecompliceerdheid; ingewikkeldheid
dificultad ingewikkeldheid; moeilijkheid; probleem geharrewar; getob; hapering; kink in de kabel; moeilijkheid; moeizaamheid; narigheid; penarie; probleem
problema ingewikkeldheid; moeilijkheid; probleem complicatie; gelazer; getob; kwestie; kwesties; moeilijkheid; narigheid; opgaaf; opgave; penarie; probleem; problematiek; problemen; trammelant; vraagstuk; zwaarte

Related Words for "ingewikkeldheid":


Wiktionary Translations for ingewikkeldheid:


Cross Translation:
FromToVia
ingewikkeldheid complejidad complexity — The state of being complex; intricacy; entanglement

ingewikkeldheid form of ingewikkeld:


Translation Matrix for ingewikkeld:

NounRelated TranslationsOther Translations
complejo complex
compuesto aaneenkoppeling; aansluiting; band; connectie; koppeling; liaison; link; relatie; samenhang; verband; verbinding
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
- lastig; moeilijk
ModifierRelated TranslationsOther Translations
complejo complex; gecompliceerd; gewikkeld in; ingewikkeld
complicado complex; gecompliceerd; gewikkeld in; ingewikkeld benard; benauwd; delicaat; ernstig; hachelijk; kritiek; lastig; lastige; moeilijk; netelig; niet makkelijk; niet schikkend; ongemakkelijk; penibel; precair; storend; zorgelijk; zorgwekkend; zwaar
compuesto gewikkeld in; ingewikkeld samengesteld
desordenado gewikkeld in; ingewikkeld bandeloos; chaotisch; diffuus; door elkaar; door elkaar heen; dooreen; dwaas; eigenaardig; gek; maf; mal; ongeordend; ongeorganiseerd; ongeregeld; ongesystematiseerd; onordelijk; onverzorgd; ordeloos; rommelig; slordig; typisch; vaag waarneembaar; verwaarloosd; verwilderd; vreemd; wanordelijk
enmarañado complex; gecompliceerd; ingewikkeld dwaas; eigenaardig; gek; maf; mal; typisch; vreemd
enredado complex; gecompliceerd; gewikkeld in; ingewikkeld
intrincado gewikkeld in; ingewikkeld in details; uitgewerkt

Related Words for "ingewikkeld":

  • ingewikkeldheid, ingewikkelder, ingewikkeldere, ingewikkeldst, ingewikkeldste

Synonyms for "ingewikkeld":


Antonyms for "ingewikkeld":


Related Definitions for "ingewikkeld":

  1. het zit zo in elkaar dat je het moeilijk kunt snappen1
    • de stof heeft een ingewikkeld patroon1
  2. wat veel inspanning kost om te doen1
    • goed bouwen is erg ingewikkeld1

Wiktionary Translations for ingewikkeld:

ingewikkeld
adjective
  1. niet eenvoudig en zeer samengesteld

Cross Translation:
FromToVia
ingewikkeld complicado complex — intricate
ingewikkeld complicado complex — not simple or straightforward
ingewikkeld complicado complicated — difficult or convoluted
ingewikkeld intrincado intricate — having a great deal of fine detail or complexity
ingewikkeld complicado compliquécomplexe, embrouillé.