Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. huismeesters:
  2. huismeester:


Dutch

Detailed Translations for huismeesters from Dutch to Spanish

huismeesters:

huismeesters [de ~] noun, plural

  1. de huismeesters (conciërges)

Translation Matrix for huismeesters:

NounRelated TranslationsOther Translations
administradores general conciërges; huismeesters
conserjes conciërges; huismeesters conciërges; huismeeesters; schoolbewaarders

Related Words for "huismeesters":


huismeester: