Dutch
Detailed Translations for geborneerdheid from Dutch to Spanish
geborneerdheid:
-
de geborneerdheid (kleingeestigheid; bekrompenheid; kleinzieligheid)
Translation Matrix for geborneerdheid:
Noun | Related Translations | Other Translations |
estrechez de miras | bekrompenheid; geborneerdheid; kleingeestigheid; kleinzieligheid | benepenheid; beperktheid; burgerlijkheid; eenzijdigheid |
mezquindad | bekrompenheid; geborneerdheid; kleingeestigheid; kleinzieligheid | armzaligheid; benepenheid; beperktheid; burgerlijkheid; eenzijdigheid; karigheid; kleinhartigheid; kleinheid; lafheid; poverheid; schamelheid; schraalheid; schraapzucht; schraperigheid |
nimio | bekrompenheid; geborneerdheid; kleingeestigheid; kleinzieligheid | benepenheid; burgerlijkheid |
rigidez | bekrompenheid; geborneerdheid; kleingeestigheid; kleinzieligheid | bokkigheid; gestrengheid; onbuigbaarheid; onbuigzaamheid; onverbiddelijkheid; onverzettelijkheid; stijfte; strengheid |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
nimio | gering; in details; luttel; miniem; minimaal; minste; uitgewerkt; weinig |
Related Words for "geborneerdheid":
geborneerdheid form of geborneerd:
-
geborneerd (beperkt; gelimiteerd)
Translation Matrix for geborneerd:
Modifier | Related Translations | Other Translations |
limitado | beperkt; geborneerd; gelimiteerd | afgegrensd; begrensd; bekrompen; benepen; beperkt; beperkt van geest; gemeen; geringer gemaakt; ingekrompen; ingeperkt; ingeslonken; kleingeestig; kleinzielig; laag; laag-bij-de-grond; laaghartig; onedel; verminderd |