Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. cumulatie:


Dutch

Detailed Translations for cumulatie from Dutch to Spanish

cumulatie:

cumulatie [de ~ (v)] noun

  1. de cumulatie
    la acumulación; la cumulación

Translation Matrix for cumulatie:

NounRelated TranslationsOther Translations
acumulación cumulatie accumulatie; bende; berg; cumuleren; groep; hoop; massa; opaarden; opeenhopen; opeenhoping; opeenstapeling; ophopen; ophoping; opstapelen; opstapeling; opstopping; samenscholing; samenvoeging; selectie; sortering; stapel; stapelen; stel; troep; verhogen; verstopping; verzameling
cumulación cumulatie

Related Words for "cumulatie":

  • cumulaties