Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. afstraffing:


Dutch

Detailed Translations for afstraffing from Dutch to Spanish

afstraffing:

afstraffing [de ~ (v)] noun

  1. de afstraffing
    la sanción; el castigación; el castigo; el correctivo

Translation Matrix for afstraffing:

NounRelated TranslationsOther Translations
castigación afstraffing
castigo afstraffing bestraffing; kastijding; straf; strafmiddel; strafmiddelen; tuchtiging
correctivo afstraffing
sanción afstraffing akkoord; bestraffing; boete; fiat; goedkeuring; goedvinden; kastijding; penalty; permissie; sanctie; straf; toestemming; tuchtiging

Related Words for "afstraffing":

  • afstraffingen