Summary


Dutch

Detailed Translations for aantijging from Dutch to Spanish

aantijging:

aantijging [de ~ (v)] noun

  1. de aantijging (beschuldiging; verdachtmaking; insinuatie)
    la acusación; la inculpación; el cargo; la querella; la imputación
  2. de aantijging (insinuatie; toespeling; zijdelingse verdachtmaking)
    la insinuación; la alusión

Translation Matrix for aantijging:

NounRelated TranslationsOther Translations
acusación aantijging; beschuldiging; insinuatie; verdachtmaking aanklacht; beschuldigen; beschuldiging; gedonderjaag; geravot; gestoei; gezichtsmasker; requisitoir; stoeierij; stoeipartij; tenlastelegging
alusión aantijging; insinuatie; toespeling; zijdelingse verdachtmaking toespeling; verwijzing
cargo aantijging; beschuldiging; insinuatie; verdachtmaking ambacht; ambt; arbeid; belading; betrekking; bezigheid; cargo; functie; inlading; inscheping; inspanning; karrenvracht; lading; last; taak; vak; vracht; vrachtgoed; werk; werkzaamheid
imputación aantijging; beschuldiging; insinuatie; verdachtmaking allegaartje; geharrewar; mengelmoes; samenraapsel; vrachtgoed
inculpación aantijging; beschuldiging; insinuatie; verdachtmaking
insinuación aantijging; insinuatie; toespeling; zijdelingse verdachtmaking toespeling; verdachtmaking; verwijzing
querella aantijging; beschuldiging; insinuatie; verdachtmaking aanklacht; beschuldiging; bezwaar; gekibbel; gekijf; grief; het klagen; klacht; tenlastelegging

Related Words for "aantijging":

  • aantijgingen