Dutch
Detailed Translations for aangenaam aandoen from Dutch to Spanish
aangenaam aandoen:
aangenaam aandoen verb (doe aangenaam aan, doet aangenaam aan, deed aangenaam aan, deden aangenaam aan, aangenaam aangedaan)
-
aangenaam aandoen (bevallen; plezieren)
agradar; dar gust a; dar satisfacción a; contentar-
agradar verb
-
dar gust a verb
-
dar satisfacción a verb
-
contentar verb
-
Conjugations for aangenaam aandoen:
o.t.t.
- doe aangenaam aan
- doet aangenaam aan
- doet aangenaam aan
- doen aangenaam aan
- doen aangenaam aan
- doen aangenaam aan
o.v.t.
- deed aangenaam aan
- deed aangenaam aan
- deed aangenaam aan
- deden aangenaam aan
- deden aangenaam aan
- deden aangenaam aan
v.t.t.
- heb aangenaam aangedaan
- hebt aangenaam aangedaan
- heeft aangenaam aangedaan
- hebben aangenaam aangedaan
- hebben aangenaam aangedaan
- hebben aangenaam aangedaan
v.v.t.
- had aangenaam aangedaan
- had aangenaam aangedaan
- had aangenaam aangedaan
- hadden aangenaam aangedaan
- hadden aangenaam aangedaan
- hadden aangenaam aangedaan
o.t.t.t.
- zal aangenaam aandoen
- zult aangenaam aandoen
- zal aangenaam aandoen
- zullen aangenaam aandoen
- zullen aangenaam aandoen
- zullen aangenaam aandoen
o.v.t.t.
- zou aangenaam aandoen
- zou aangenaam aandoen
- zou aangenaam aandoen
- zouden aangenaam aandoen
- zouden aangenaam aandoen
- zouden aangenaam aandoen
diversen
- doe aangenaam aan!
- doet aangenaam aan!
- aangenaam aangedaan
- aangenaam aandoende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for aangenaam aandoen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
agradar | aangenaam aandoen; bevallen; plezieren | aanstaan; bedenken; behagen; believen; beschouwen; bespiegelen; bevallen; gelieven; goeddunken; nadenken; overdenken; overpeinzen; peinzen; plezieren |
contentar | aangenaam aandoen; bevallen; plezieren | tevreden stellen; tevredenstellen; vergenoegen |
dar gust a | aangenaam aandoen; bevallen; plezieren | |
dar satisfacción a | aangenaam aandoen; bevallen; plezieren |