Summary
Dutch to Spanish: more detail...
- uitputtend:
- uitputten:
- Wiktionary:
-
User Contributed Translations for uitputtend:
- agotador
Dutch
Detailed Translations for uitputtend from Dutch to Spanish
uitputtend:
-
uitputtend (afmattend; vermoeiend; moemakend)
Translation Matrix for uitputtend:
Modifier | Related Translations | Other Translations |
cansador | afmattend; moemakend; uitputtend; vermoeiend | |
exhaustivo | afmattend; moemakend; uitputtend; vermoeiend | breedsprakig; breedvoerig; langdradig; omslachtig; omstandig; uitgebreid; uitvoerig; wijdlopig |
fatigoso | afmattend; moemakend; uitputtend; vermoeiend |
Wiktionary Translations for uitputtend:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• uitputtend | → arduo; riguroso | ↔ arduous — needing or using up much energy |
• uitputtend | → arduo | ↔ arduous — hard to climb |
• uitputtend | → penoso; agotador; extenuante | ↔ gruelling — so difficult or taxing as to make one exhausted |
uitputtend form of uitputten:
-
uitputten (moe maken; vermoeien; slopen; afmatten)
cansar; agotar; consumirse; aflojar; morir de sed-
cansar verb
-
agotar verb
-
consumirse verb
-
aflojar verb
-
morir de sed verb
-
-
uitputten (verzwakken; verslappen; zwakker worden; aan kracht inboeten; zwak worden)
debilitarse; debilitar; aflojarse; perder fuerza-
debilitarse verb
-
debilitar verb
-
aflojarse verb
-
perder fuerza verb
-
Conjugations for uitputten:
o.t.t.
- put uit
- put uit
- put uit
- putten uit
- putten uit
- putten uit
o.v.t.
- putte uit
- putte uit
- putte uit
- putten uit
- putten uit
- putten uit
v.t.t.
- ben uitgeput
- bent uitgeput
- is uitgeput
- zijn uitgeput
- zijn uitgeput
- zijn uitgeput
v.v.t.
- was uitgeput
- was uitgeput
- was uitgeput
- waren uitgeput
- waren uitgeput
- waren uitgeput
o.t.t.t.
- zal uitputten
- zult uitputten
- zal uitputten
- zullen uitputten
- zullen uitputten
- zullen uitputten
o.v.t.t.
- zou uitputten
- zou uitputten
- zou uitputten
- zouden uitputten
- zouden uitputten
- zouden uitputten
diversen
- put uit!
- put uit!
- uitgeput
- uitputtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for uitputten:
Wiktionary Translations for uitputten:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• uitputten | → agotar | ↔ exhaust — to empty by drawing or letting out the contents |
• uitputten | → saquear | ↔ plunder — to use or use up wrongfully |
• uitputten | → cansar | ↔ weary — to make weary |
• uitputten | → demoler; derribar; deprimir; abatir; desalentar; agotar; matar; vencer; recorrer; atravesar; calmar; sosegar | ↔ abattre — Traductions à trier suivant le sens |