Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. opwerken:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for werken op from Dutch to Spanish

werken op form of opwerken:

opwerken verb (werk op, werkt op, werkte op, werkten op, opgewerkt)

  1. opwerken (uit een minder gunstige positie vooruitkomen; vooruitkomen; jezelf opwerken)

Conjugations for opwerken:

o.t.t.
  1. werk op
  2. werkt op
  3. werkt op
  4. werken op
  5. werken op
  6. werken op
o.v.t.
  1. werkte op
  2. werkte op
  3. werkte op
  4. werkten op
  5. werkten op
  6. werkten op
v.t.t.
  1. heb opgewerkt
  2. hebt opgewerkt
  3. heeft opgewerkt
  4. hebben opgewerkt
  5. hebben opgewerkt
  6. hebben opgewerkt
v.v.t.
  1. had opgewerkt
  2. had opgewerkt
  3. had opgewerkt
  4. hadden opgewerkt
  5. hadden opgewerkt
  6. hadden opgewerkt
o.t.t.t.
  1. zal opwerken
  2. zult opwerken
  3. zal opwerken
  4. zullen opwerken
  5. zullen opwerken
  6. zullen opwerken
o.v.t.t.
  1. zou opwerken
  2. zou opwerken
  3. zou opwerken
  4. zouden opwerken
  5. zouden opwerken
  6. zouden opwerken
diversen
  1. werk op!
  2. werkt op!
  3. opgewerkt
  4. opwerkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for opwerken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
elevarse jezelf opwerken; opwerken; uit een minder gunstige positie vooruitkomen; vooruitkomen de hoogte ingaan; hoger worden; in de lucht omhoogstijgen; naar boven drijven; naar boven jagen; omhoogdrijven; omhoogjagen; omhoogkomen; omhoogrijzen; oprijzen; opstijgen; opvliegen; prijs opdrijven; rijzen; stijgen
encaramarse jezelf opwerken; opwerken; uit een minder gunstige positie vooruitkomen; vooruitkomen bijwerken; erop vooruit gaan; retoucheren; vooruitkomen; vorderen
encumbrarse jezelf opwerken; opwerken; uit een minder gunstige positie vooruitkomen; vooruitkomen bijwerken; erop vooruit gaan; retoucheren; vooruitkomen; vorderen

Wiktionary Translations for opwerken:


Cross Translation:
FromToVia
opwerken embellecer embellir — transitif|fr rendre plus beau.


Wiktionary Translations for werken op:


Cross Translation:
FromToVia
werken op excitar exciter — Engager, porter à.
werken op excitar hérisserdresser ses cheveux, ses poils, ses plumes, en parlant de l’homme et des animaux.

Related Translations for werken op