Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. werkschuw:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for werkschuw from Dutch to English

werkschuw:

werkschuw adj

  1. werkschuw (lui; traag)
    lazy; slack; workshy; idle; slow

Translation Matrix for werkschuw:

NounRelated TranslationsOther Translations
lazy gemakzucht
slack kolengruis
VerbRelated TranslationsOther Translations
idle lanterfanten; leeglopen; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen; vrijlopen
slack lijntrekken
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
idle lui; traag; werkschuw apathisch; doelloos; hol; ijdel; inactief; inhoudsloos; leeg; lethargisch; loos; lui; niet-actief; niets doend; nietszeggend; ongevuld
lazy lui; traag; werkschuw gemakzuchtig; langzaam; lijzig; log; loom; sloom; traag
slack lui; traag; werkschuw
ModifierRelated TranslationsOther Translations
slow lui; traag; werkschuw aarzelend; besluitloos; dralend; langzaam; leuterig; lijzig; log; loom; slepend; sloom; talmend; traag; treuzelachtig; treuzelend; weifelend
workshy lui; traag; werkschuw

Related Words for "werkschuw":

  • werkschuwe

Wiktionary Translations for werkschuw:

werkschuw
adjective
  1. disinclined to work