Noun | Related Translations | Other Translations |
level
|
vlak maken
|
afgraven; afgraving; dimensieniveau; echelon; etage; gehalte; geleding; graad; gradatie; laag; mate; niveau; peil; plan; stand; verdieping; vlak; waterpas; woonlaag
|
Verb | Related Translations | Other Translations |
equalise
|
gelijkmaken; nivelleren; vlak maken
|
evenaren; gelijk trekken
|
equalize
|
gelijkmaken; nivelleren; vlak maken
|
evenaren; gelijk trekken
|
level
|
gelijkmaken; nivelleren; vlak maken
|
afplatten; effenen; gelijk trekken; platmaken; vereffenen; verrekenen
|
level down
|
gelijkmaken; nivelleren; vlak maken
|
|
level out
|
gelijkmaken; nivelleren; vlak maken
|
|
level up
|
gelijkmaken; nivelleren; vlak maken
|
|
smooth
|
gelijkmaken; nivelleren; vlak maken
|
afplatten; effenen; egaliseren; gelijkmaken; gladmaken; platmaken; politoeren; raspen; schaven; schuren
|
Adjective | Related Translations | Other Translations |
level
|
|
effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; plat; strak; vlak; vlakuit; waterpas
|
smooth
|
|
effen; egaal; gelijk; geslepen; glad; obsceen; plat; rimpelloos; schuin; smeuïg; strak; stromend; vies; vlak; vlakuit; vliedend; vloeiend; vlot; vunzig; zedeloos
|