Dutch

Detailed Translations for vertakking from Dutch to English

vertakking:

vertakking [de ~ (v)] noun

  1. de vertakking (onderafdeling)
    the ramification; the fork; the branching; the subdivision
  2. de vertakking (aftakking; splitsing)
    the division; the splitting; the bifurcation; the three forked road; the fork; the road junction; the fork of a road; the crossroads; the crossways
  3. de vertakking (zijtak)
    the side-branch; the branch
  4. de vertakking
    the branch
    – A segment of a logical tree structure, representing a folder and any folders that it contains. 1
  5. de vertakking
    the branch
    – A fork within a conversation, where more than one reply was made to a single e-mail and caused a split in the conversation. 1

vertakking verb

  1. vertakking
    to branch
    – To allow a collection of files to evolve in two or more divergent paths. 1
    • branch verb (branches, branched, branching)

Translation Matrix for vertakking:

NounRelated TranslationsOther Translations
bifurcation aftakking; splitsing; vertakking driesprong; kruising; kruising van straten; kruispunt; opsplitsing; splitsing; wegkruising; wegsplitsing
branch vertakking; zijtak afdeling; agentschap; bedrijfstak; beroepsgroep; bijkantoor; boomtak; branche; branche-element; deelsoort; departement; detachement; economische sector; ent; filiaal; hulpkantoor; loot; sectie; tak; takje; twijg; vakgroep; voorwaardelijke branche
branching onderafdeling; vertakking aftakken; vertakken
crossroads aftakking; splitsing; vertakking dilemma's; driesprong; kruising; kruising van straten; kruispunt; splitsing; tweesprongen; wegkruising; wegsplitsing
crossways aftakking; splitsing; vertakking driesprong; kruising; kruising van straten; kruispunt; splitsing; wegkruising; wegsplitsing
division aftakking; splitsing; vertakking afdeling; brigade; conflict; departement; detachement; disharmonie; divisie; hoofdgroep; onenigheid; scheiding; scheuring; schisma; sectie; segregatie; tak; tweedracht; tweespalt; tweestrijd; twist; verbreking; verdeeldheid; verdeling; vete
fork aftakking; onderafdeling; splitsing; vertakking
fork of a road aftakking; splitsing; vertakking driesprong; splitsing; wegsplitsing
ramification onderafdeling; vertakking
road junction aftakking; splitsing; vertakking driesprong; kruising; kruising van straten; kruispunt; splitsing; tweesprongen; wegkruising; wegsplitsing
side-branch vertakking; zijtak
splitting aftakking; splitsing; vertakking aanbrengen; klikken; kruising; kruising van straten; kruispunt; overbrengen; splijting; splitsen; splitsing; wegkruising; wegsplitsing
subdivision onderafdeling; vertakking
three forked road aftakking; splitsing; vertakking driesprong; splitsing; wegsplitsing
VerbRelated TranslationsOther Translations
branch vertakking aftakken; uitvoeren als vertakking; vertakken
fork opprikken
AdverbRelated TranslationsOther Translations
crossways dwars; kruiselings; overdwars

Related Words for "vertakking":

  • vertakkingen

Wiktionary Translations for vertakking:

vertakking
noun
  1. branch of a bodily part
  2. any place where one divides into two
  3. either of the two resulting forks
  4. act of bifurcating
  5. biology: division into two branches