Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. verstelgoed:


Dutch

Detailed Translations for verstelgoed from Dutch to English

verstelgoed:

verstelgoed [het ~] noun

  1. het verstelgoed (verstelwerk)
    the mending; the mendables; the restoration; the repairs; the repair work

Translation Matrix for verstelgoed:

NounRelated TranslationsOther Translations
mendables verstelgoed; verstelwerk
mending verstelgoed; verstelwerk verstelling
repair work verstelgoed; verstelwerk herstelwerk
repairs verstelgoed; verstelwerk herstelwerk; herstelwerkzaamheden; restauratie
restoration verstelgoed; verstelwerk herbouwing; herstel; herstelarbeid; herstelling; reparatie; restauratie; teruggave; weergave