Translate verkommeren from Dutch to English

Summary

Dutch to English: more detail...

verkommeren:
- decay; disintegrate; fall into decay; crumble; fall apart; fall to bits; go to ruin; fall to pieces; wither

Dutch

Detailed Translations for verkommeren from Dutch to English

verkommeren (vervallen; vergaan)
to decay; to disintegrate; fall into decay; to crumble; to fall apart; to fall to bits; go to ruin; to fall to pieces
- decay verb (decaies, decayed, decaying)
- disintegrate verb (disintegrates, disintegrated, disintegrating)
- fall into decay verb
- crumble verb (crumbles, crumbled, crumbling)
- fall apart verb (falls apart, fell apart, falling apart)
- fall to bits verb (falls to bits, fell to bits, falling to bits)
- go to ruin verb
- fall to pieces verb (falls to pieces, fell to pieces, falling to pieces)
verkommeren (verwelken; verdorren; verleppen)
to wither
- wither verb (withers, withered, withering)

1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Noun	Related Translations	Other Translations
decay		bederf; verbasterd woord; verbastering; verrotting
Verb	Related Translations	Other Translations
crumble	vergaan; verkommeren; vervallen	brokkelen; desintegreren; in elkaar storten; kruimelen; ten gronde gaan; uit elkaar vallen; uiteenvallen; verbrokkelen; verkruimelen
decay	vergaan; verkommeren; vervallen	afrotten; bederven; bouwvallig worden; ontbinden; rotten; vergaan; verrotten; verteren; vervallen; wegrotten
disintegrate	vergaan; verkommeren; vervallen	desintegreren; in elkaar storten; ten gronde gaan; uit elkaar vallen; uiteenvallen
fall apart	vergaan; verkommeren; vervallen	desintegreren; in elkaar storten; ten gronde gaan; uit elkaar vallen; uiteenvallen
fall into decay	vergaan; verkommeren; vervallen
fall to bits	vergaan; verkommeren; vervallen	desintegreren; in elkaar storten; ten gronde gaan; uit elkaar vallen; uiteenvallen
fall to pieces	vergaan; verkommeren; vervallen	desintegreren; in elkaar storten; kapotgaan; onklaar raken; stukgaan; ten gronde gaan; uit elkaar vallen; uiteenvallen
go to ruin	vergaan; verkommeren; vervallen
wither	verdorren; verkommeren; verleppen; verwelken	indrogen; kwijnen; samentrekken; schrompelen; slinken; verkwijnen; verschrompelen; versterven; wegkwijnen; wegslinken