Dutch
Detailed Translations for toespraak from Dutch to English
toespraak:
-
de toespraak (redevoering; speech; rede; spreekbeurt; voordracht; lezing)
-
de toespraak
Translation Matrix for toespraak:
Noun | Related Translations | Other Translations |
address | lezing; rede; redevoering; speech; spreekbeurt; toespraak; voordracht | adres; adressering; e-mailadres; internet-e-mailadres; woonplaats |
speech | lezing; rede; redevoering; speech; spreekbeurt; toespraak; voordracht | spraak; taal; woord |
Verb | Related Translations | Other Translations |
address | aanspreken; adres aanbrengen; adresseren; toespreken; verwijzen |