Dutch
Detailed Translations for tevoren from Dutch to English
tevoren:
-
tevoren (van tevoren; vooraf)
Translation Matrix for tevoren:
Adjective | Related Translations | Other Translations |
- | eerder; vroeger | |
Adverb | Related Translations | Other Translations |
before | tevoren; van tevoren; vooraf | aleer; alvoor; alvorens; daarvoor; eer; eertijds; ervoor; ex; geweest; gewezen; in aanwezigheid van; overstaan; toenmalig; vantevoren; voor; vooraleer; voordat; voorheen; voormaals; voormalig; voormalige; vorige; vroeger; vroegere |
previously | tevoren; van tevoren; vooraf | eerder; eertijds; voordien; voorheen; voormaals; vroeger |
- | voorheen | |
Other | Related Translations | Other Translations |
in advance | bij voorbaat | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
in advance | tevoren; van tevoren; vooraf | te voren |
Synonyms for "tevoren":
Antonyms for "tevoren":
Related Definitions for "tevoren":
Wiktionary Translations for tevoren:
tevoren
adverb
tevoren
-
in de tijd ervoor
- tevoren → in advance
adverb
-
at an earlier time