Dutch
Detailed Translations for terugroep from Dutch to English
terugroep:
Translation Matrix for terugroep:
Noun | Related Translations | Other Translations |
recall | terugroep | rappelleren; terugroepen; terugroeping |
Verb | Related Translations | Other Translations |
recall | herroepen; intrekken; terughalen; terugkomen op; terugnemen; terugroepen; zijn woorden terugnemen |
Related Words for "terugroep":
terugroep form of terugroepen:
-
terugroepen (herroepen)
-
terugroepen (terughalen)
Conjugations for terugroepen:
o.t.t.
- roep terug
- roept terug
- roept terug
- roepen terug
- roepen terug
- roepen terug
o.v.t.
- riep terug
- riep terug
- riep terug
- riepen terug
- riepen terug
- riepen terug
v.t.t.
- heb teruggeroepen
- hebt teruggeroepen
- heeft teruggeroepen
- hebben teruggeroepen
- hebben teruggeroepen
- hebben teruggeroepen
v.v.t.
- had teruggeroepen
- had teruggeroepen
- had teruggeroepen
- hadden teruggeroepen
- hadden teruggeroepen
- hadden teruggeroepen
o.t.t.t.
- zal terugroepen
- zult terugroepen
- zal terugroepen
- zullen terugroepen
- zullen terugroepen
- zullen terugroepen
o.v.t.t.
- zou terugroepen
- zou terugroepen
- zou terugroepen
- zouden terugroepen
- zouden terugroepen
- zouden terugroepen
en verder
- ben teruggeroepen
- bent teruggeroepen
- is teruggeroepen
- zijn teruggeroepen
- zijn teruggeroepen
- zijn teruggeroepen
diversen
- roep terug!
- roept terug!
- teruggeroepen
- terugroepend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for terugroepen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
call back | terugroepen | |
recall | terugroepen | rappelleren; terugroep; terugroeping |
revoke | veronachtzaming; verwaarlozing | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
call back | terughalen; terugroepen | terugbellen |
recall | terughalen; terugroepen | herroepen; intrekken; terugkomen op; terugnemen; zijn woorden terugnemen |
revoke | herroepen; terugroepen | bedwingen; beteugelen; herroepen; in bedwang houden; intrekken; onderdrukken; terughouden; terugkomen op; terugnemen; zijn woorden terugnemen |