Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. ten einde zijn:


Dutch

Detailed Translations for ten einde zijn from Dutch to English

ten einde zijn:

ten einde zijn verb (ben ten einde, bent ten einde, was ten einde, waren ten einde, ten einde geweest)

  1. ten einde zijn

Conjugations for ten einde zijn:

o.t.t.
  1. ben ten einde
  2. bent ten einde
  3. bent ten einde
  4. zijn ten einde
  5. zijn ten einde
  6. zijn ten einde
o.v.t.
  1. was ten einde
  2. was ten einde
  3. was ten einde
  4. waren ten einde
  5. waren ten einde
  6. waren ten einde
v.t.t.
  1. ben ten einde geweest
  2. bent ten einde geweest
  3. is ten einde geweest
  4. zijn ten einde geweest
  5. zijn ten einde geweest
  6. zijn ten einde geweest
v.v.t.
  1. was ten einde geweest
  2. was ten einde geweest
  3. was ten einde geweest
  4. waren ten einde geweest
  5. waren ten einde geweest
  6. waren ten einde geweest
o.t.t.t.
  1. zal ten einde zijn
  2. zult ten einde zijn
  3. zal ten einde zijn
  4. zullen ten einde zijn
  5. zullen ten einde zijn
  6. zullen ten einde zijn
o.v.t.t.
  1. zou ten einde zijn
  2. zou ten einde zijn
  3. zou ten einde zijn
  4. zouden ten einde zijn
  5. zouden ten einde zijn
  6. zouden ten einde zijn
diversen
  1. ben ten einde!
  2. bent ten einde!
  3. ten einde geweest
  4. ten einde zijnd
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for ten einde zijn:

VerbRelated TranslationsOther Translations
ended ten einde zijn
finished ten einde zijn
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
finished aan stukken; af; afgedaan; afgelopen; afgemat; beëindigd; defect; dodelijk vermoeid; doodmoe; doodop; doorgekookt; gaar; gebroken; gedaan; gepleegd; gereed; geëindigd; hondsmoe; in stukken; kapot; klaar; onklaar; op; over; stuk; uit; volbracht; voltooid; voorbij

Related Translations for ten einde zijn