Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. tableau:


Dutch

Detailed Translations for tableau from Dutch to English

tableau:

tableau [het ~] noun

  1. het tableau (schilderij; schildering; schilderstuk; doek)
    the painting
    – graphic art consisting of an artistic composition made by applying paints to a surface 1
    • painting [the ~] noun
      • a small painting by Picasso1
      • he bought the painting as an investment1
    the picture
    – a visual representation (of an object or scene or person or abstraction) produced on a surface 1
    • picture [the ~] noun
      • they showed us the pictures of their wedding1
    the canvas
    – an oil painting on canvas fabric 1

Translation Matrix for tableau:

NounRelated TranslationsOther Translations
canvas doek; schilderij; schildering; schilderstuk; tableau dekzeil; linnen; schilderijdoek; tentdek; tentdoek; tentkleed; tentlinnen; tentstof; tentzeil; zeil; zeildoek
painting doek; schilderij; schildering; schilderstuk; tableau afbeelden; afschilderen; beschilderen; het verven; schilderen; schilderkunst; verven
picture doek; schilderij; schildering; schilderstuk; tableau afbeelden; afbeelding; beeld; descriptie; digitale afbeelding; levendige beschrijving; nadere beschrijving; omschrijving; plaatje; portret; prent; rolprent; scene; schildering; speelfilm; tafereel; uitbeelding
VerbRelated TranslationsOther Translations
picture afschilderen; doen lijken; visualiseren

Related Words for "tableau":

  • tableaus, tableautje, tableautjes