Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. spelletje:
  2. Wiktionary:
    • spelletje → game


Dutch

Detailed Translations for spelletje from Dutch to English

spelletje:

spelletje [het ~] noun

  1. het spelletje (beurt; rondje)
    the turn; the game; the round; the go

Translation Matrix for spelletje:

NounRelated TranslationsOther Translations
game beurt; rondje; spelletje concours; game; partij; partijtje; pot; potje; spel; strijd; wedstrijd; wedstrijdje
go beurt; rondje; spelletje
round beurt; rondje; spelletje afstand; baan; baanvak; etappe; manche; moot; omgang; pad; ringetje; ronde; ronde doen; rondje; route; schijf; tournee; traject; weg
turn beurt; rondje; spelletje bocht; draai; haspel; keer; keerpunt; kentering; klos; kromming; kromte; omdraaiing; ommekeer; ommezwaai; omwenteling; richtingsverandering; spoel; verandering; wending; werktuig om garen te winden; winder; winding; zwenking
VerbRelated TranslationsOther Translations
go afleggen; gaan; heengaan; lopen; meters maken; opbreken; opstappen; stappen; vertrekken; weggaan; zich begeven; zich voortbewegen
round omtrekken
turn afslaan; draaien; iets omdraaien; kantelen; kenteren; keren; ombladeren; omdraaien; omkeren; omslaan; omtrekken; omwenden; rollen; ronddraaien; rondtollen; roteren; tollen; verbitteren; vergrammen; wenden; wentelen; zwenken
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
go heen; ksst; vort; weg
OtherRelated TranslationsOther Translations
game flink
ModifierRelated TranslationsOther Translations
round afgerond; bol; bolstaand; bolvormig; circa; gecompleteerd; kogelrond; kogelvormig; om; omheen; omstreeks; omtrent; ongeveer; pakweg; plusminus; ringvormig; rond; rondom; ruwweg; sferisch

Related Words for "spelletje":

  • spelletjes

Wiktionary Translations for spelletje:

spelletje
noun
  1. spelletje
    • spelletjegame