Dutch
Detailed Translations for snoerspoel from Dutch to English
snoerspoel:
-
snoerspoel
Translation Matrix for snoerspoel:
Noun | Related Translations | Other Translations |
bobbin | snoerspoel | garenklos; haspel; klos; klos waarop garen gewonden wordt; klosje; spinklos; spinspoel; spoel; werktuig om garen te winden; winder; winding |
coil | snoerspoel | draai; haspel; kink; klos; knoop; kronkel; lus; lusvormige kromming; spiraal; spoel; werktuig om garen te winden; winder; winding |
quill | snoerspoel | pennenschacht |
spool | snoerspoel | haspel; klos; klos waarop garen gewonden wordt; spinklos; spinspoel; spoel; werktuig om garen te winden; winder; winding |
Verb | Related Translations | Other Translations |
coil | in kringetjes ronddraaien; kringelen |