Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. snibbigheid:
  2. snibbig:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for snibbigheid from Dutch to English

snibbigheid:

snibbigheid [de ~ (v)] noun

  1. de snibbigheid
    the bitchiness; the snappishness

Translation Matrix for snibbigheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
bitchiness snibbigheid
snappishness snibbigheid

Related Words for "snibbigheid":


snibbig:


Translation Matrix for snibbig:

NounRelated TranslationsOther Translations
cutting couperen; gesnij; jonge plant; knipsel; loot; plantestekje; scheut; schoot; snijding; spruit; stek; stekje; uitknipsel
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
acrid bits; kattig; onvriendelijk; pinnig; snauwerig; snibbig; spinnig; vinnig
brusque bits; kattig; onvriendelijk; pinnig; snauwerig; snibbig; spinnig; vinnig abrupt; eensklaps; ineens; onverhoeds; onverwacht; onverwachts; opeens; plots; plotseling; plotsklaps
curt bits; kattig; onvriendelijk; pinnig; snauwerig; snibbig; spinnig; vinnig bruusk; kortaf; nors; onzacht
cutting fel; hanig; pinnig; scherp; snibbig; vinnig; vlijmend bijtend; doordringend; fel; gemeen; op afgebeten toon; scherp; schril; snijdend; stekend
nipping fel; hanig; pinnig; scherp; snibbig; vinnig; vlijmend
snappish bits; kattig; onvriendelijk; pinnig; snauwerig; snibbig; spinnig; vinnig hanig
snappy bits; fel; hanig; kattig; onvriendelijk; pinnig; scherp; snauwerig; snibbig; spinnig; vinnig; vlijmend flitsend; hip; kortaf; korzelig; snauwend; snel; trendy; vlot; wrevelig

Related Words for "snibbig":


Wiktionary Translations for snibbig:


Cross Translation:
FromToVia
snibbig piercing; shrill; sharp; sharp-toned; waspish; acute perçant — Qui percer, qui pénétrer.