Dutch
Detailed Translations for snelheid matigen from Dutch to English
snelheid matigen:
snelheid matigen verb (matig snelheid, matigt snelheid, matigde snelheid, matigden snelheid, snelheid gematigd)
-
snelheid matigen
Conjugations for snelheid matigen:
o.t.t.
- matig snelheid
- matigt snelheid
- matigt snelheid
- matigen snelheid
- matigen snelheid
- matigen snelheid
o.v.t.
- matigde snelheid
- matigde snelheid
- matigde snelheid
- matigden snelheid
- matigden snelheid
- matigden snelheid
v.t.t.
- heb snelheid gematigd
- hebt snelheid gematigd
- heeft snelheid gematigd
- hebben snelheid gematigd
- hebben snelheid gematigd
- hebben snelheid gematigd
v.v.t.
- had snelheid gematigd
- had snelheid gematigd
- had snelheid gematigd
- hadden snelheid gematigd
- hadden snelheid gematigd
- hadden snelheid gematigd
o.t.t.t.
- zal snelheid matigen
- zult snelheid matigen
- zal snelheid matigen
- zullen snelheid matigen
- zullen snelheid matigen
- zullen snelheid matigen
o.v.t.t.
- zou snelheid matigen
- zou snelheid matigen
- zou snelheid matigen
- zouden snelheid matigen
- zouden snelheid matigen
- zouden snelheid matigen
en verder
- ben snelheid gematigd
- bent snelheid gematigd
- is snelheid gematigd
- zijn snelheid gematigd
- zijn snelheid gematigd
- zijn snelheid gematigd
diversen
- matig snelheid!
- matigt snelheid!
- snelheid gematigd
- snelheid matigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for snelheid matigen:
| Verb | Related Translations | Other Translations |
| reduce speed | snelheid matigen | |
| slow down | snelheid matigen | afremmen; ontslag nemen; rekken; remmen; stoppen; temporiseren; uittreden; vertragen; zich terugtrekken |