Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. sierstukken:
  2. sierstuk:


Dutch

Detailed Translations for sierstukken from Dutch to English

sierstukken:

sierstukken [de ~] noun, plural

  1. de sierstukken (pronkstukken)
    the showpieces; the collector's items

Translation Matrix for sierstukken:

NounRelated TranslationsOther Translations
collector's items pronkstukken; sierstukken
showpieces pronkstukken; sierstukken

Related Words for "sierstukken":


sierstukken form of sierstuk:

sierstuk [het ~] noun

  1. het sierstuk (sieraad)
    the adornment; the ornament

Translation Matrix for sierstuk:

NounRelated TranslationsOther Translations
adornment sieraad; sierstuk corsage; decor; decoratie; draperie; garnering; grafisch element; opluisteren; opluistering; opsiering; ornamentiek; sierwerk; tooi; tooien; versieren; versiering; versiersel
ornament sieraad; sierstuk bijou; corsage; decor; decoratie; draperie; garnering; juweel; opluistering; opsiering; ornament; ornamentiek; sieraad; sierwerk; tooi; versiering; versiersel
VerbRelated TranslationsOther Translations
ornament afwerken; garneren; opmaken; opsmukken; schotels garneren; versieren

Related Words for "sierstuk":