Dutch
Detailed Translations for scherp zetten from Dutch to English
scherp zetten:
-
scherp zetten (focussen; scherp stellen)
Conjugations for scherp zetten:
o.t.t.
- zet scherp
- zet scherp
- zet scherp
- zetten scherp
- zetten scherp
- zetten scherp
o.v.t.
- zette scherp
- zette scherp
- zette scherp
- zetten scherp
- zetten scherp
- zetten scherp
v.t.t.
- heb scherp gezet
- hebt scherp gezet
- heeft scherp gezet
- hebben scherp gezet
- hebben scherp gezet
- hebben scherp gezet
v.v.t.
- had scherp gezet
- had scherp gezet
- had scherp gezet
- hadden scherp gezet
- hadden scherp gezet
- hadden scherp gezet
o.t.t.t.
- zal scherp zetten
- zult scherp zetten
- zal scherp zetten
- zullen scherp zetten
- zullen scherp zetten
- zullen scherp zetten
o.v.t.t.
- zou scherp zetten
- zou scherp zetten
- zou scherp zetten
- zouden scherp zetten
- zouden scherp zetten
- zouden scherp zetten
en verder
- ben scherp gezet
- bent scherp gezet
- is scherp gezet
- zijn scherp gezet
- zijn scherp gezet
- zijn scherp gezet
diversen
- zet scherp!
- zet scherp!
- scherp gezet
- scherp zettend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for scherp zetten:
Noun | Related Translations | Other Translations |
focus | aandacht verenigen; brandpunt; concentratie; focus; geconcentreerdheid | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
focalise | focussen; scherp stellen; scherp zetten | |
focalize | focussen; scherp stellen; scherp zetten | |
focus | focussen; scherp stellen; scherp zetten |