Dutch
Detailed Translations for ruzie afsluiten from Dutch to English
ruzie afsluiten:
Translation Matrix for ruzie afsluiten:
Verb | Related Translations | Other Translations |
reconcile | bijleggen; goedmaken; ruzie afsluiten | afstemmen; bijleggen; overeenbrengen; schikken; verbroederen; verzoenen |
settle | bijleggen; goedmaken; ruzie afsluiten | aanzuiveren; afdoen; afhandelen; beslechten; betalen; bezinken; bijleggen; effenen; egaliseren; genoegdoen; koloniseren; nabetalen; neerstrijken; plaatsnemen; regelen; rekening betalen; ruzie bijleggen; schikken; settelen; twist uit de weg ruimen; vereffenen; verrekenen; verzoenen; vestigen; voldoen; zich nestelen; zich vestigen |