Dutch
Detailed Translations for overwonnen from Dutch to English
overwonnen:
Translation Matrix for overwonnen:
Adjective | Related Translations | Other Translations |
beaten | overwonnen; verslagen | geslagen |
defeated | overwonnen; verslagen |
Related Words for "overwonnen":
overwonnen form of overwinnen:
-
overwinnen (winnen; te boven komen; verslaan)
Conjugations for overwinnen:
o.t.t.
- overwin
- overwint
- overwint
- overwinnen
- overwinnen
- overwinnen
o.v.t.
- overwon
- overwon
- overwon
- overwonnen
- overwonnen
- overwonnen
v.t.t.
- heb overwonnen
- hebt overwonnen
- heeft overwonnen
- hebben overwonnen
- hebben overwonnen
- hebben overwonnen
v.v.t.
- had overwonnen
- had overwonnen
- had overwonnen
- hadden overwonnen
- hadden overwonnen
- hadden overwonnen
o.t.t.t.
- zal overwinnen
- zult overwinnen
- zal overwinnen
- zullen overwinnen
- zullen overwinnen
- zullen overwinnen
o.v.t.t.
- zou overwinnen
- zou overwinnen
- zou overwinnen
- zouden overwinnen
- zouden overwinnen
- zouden overwinnen
en verder
- ben overwonnen
- bent overwonnen
- is overwonnen
- zijn overwonnen
- zijn overwonnen
- zijn overwonnen
diversen
- overwin!
- overwint!
- overwonnen
- overwinnend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for overwinnen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
master | baas; commandant; deken van een gilde; docent; gezagvoerder; gildenmeester; heer; heerser; instructeur; kampioen; kapitein; landsheer; leerkracht; leermeester; leraar; leraar op basisschool; machthebber; maestro; magister; meerdere; meester; model; onderwijzer; patroon; pedant; scheepsgezagvoerder; scheepskapitein; schipper; schoolmeester; soeverein; superieur | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
conquer | overwinnen; te boven komen; verslaan; winnen | veroveren |
master | overwinnen; te boven komen; verslaan; winnen | aanwennen; eigenmaken; gewend raken; leren |
overcome | overwinnen; te boven komen; verslaan; winnen | onderkrijgen; overbluffen; overdonderen; overmannen; overmeesteren; overweldigen; zich meester maken van |
win | overwinnen; te boven komen; verslaan; winnen | behalen; lukken; verkrijgen; winnen |
win over | overwinnen; te boven komen; verslaan; winnen | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
overcome | bevangen |
Wiktionary Translations for overwinnen:
overwinnen
Cross Translation:
verb
-
to overcome in battle or contest
-
to beat
-
to win against
-
surmount, get the better of
-
to get over; to overcome
-
transitive: achieve victory in
- win → winnen; overwinnen
-
intransitive: achieve by winning
- win → winnen; overwinnen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• overwinnen | → defeat; win over; beat; overcome; overthrow; surmount; vanquish; go beyond; cross; exceed; surpass; excel; outclass; outscore; outshine | ↔ surmonter — monter au-dessus. |
• overwinnen | → defeat; win over; beat; overcome; overthrow; surmount; vanquish | ↔ vaincre — remporter la victoire sur ses ennemis, dans la guerre. |