Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. opkikkertje:
  2. opkikker:


Dutch

Detailed Translations for opkikkertje from Dutch to English

opkikkertje:


opkikkertje form of opkikker:

opkikker [znw.] noun

  1. opkikker (borreltje; hartversterking; borrel; opkikkertje)
    the reviver; the bracer; the nip; the dram

Translation Matrix for opkikker:

NounRelated TranslationsOther Translations
bracer borrel; borreltje; hartversterking; opkikker; opkikkertje
dram borrel; borreltje; hartversterking; opkikker; opkikkertje kleine slok; oorlam; slokje
nip borrel; borreltje; hartversterking; opkikker; opkikkertje borrel; kleine slok; neut; oorlam; slokje; staande receptie
reviver borrel; borreltje; hartversterking; opkikker; opkikkertje

Related Words for "opkikker":