Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. onvermengd:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for onvermengd from Dutch to English

onvermengd:

onvermengd adj

  1. onvermengd (puur; zuiver)
  2. onvermengd (onversneden)

Translation Matrix for onvermengd:

NounRelated TranslationsOther Translations
straight pokerterm voor straat; straat
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
pure onvermengd; onversneden; puur; zuiver gaaf; gekuist; hygienisch; kuis; louter; maagdelijk; onaangeraakt; onbevlekt; ongerept; onschuldig; pure; puur; rein; schoon; virginaal; zuiver; zuivere
unadulterated onvermengd; onversneden echt; onvervalst; pure; zuivere
unmixed onvermengd; onversneden
ModifierRelated TranslationsOther Translations
straight onvermengd; puur; zuiver cru; direct; directe; echt; eerlijk; gewoonweg; gulweg; kaarsrecht; klinkklaar; lijnrecht; linea recta; loodrecht; menens; onbewimpeld; ongezouten; onomwonden; onverbloemd; onverholen; open; openhartig; openlijk; oprecht; recht; rechtdoorzee; rechtstreeks; rechttoe; rechttoe rechtaan; regelrecht; ronduit; ruiterlijk; volmondig; vrij; vrijelijk; vrijuit

Wiktionary Translations for onvermengd:

onvermengd
adjective
  1. chemistry: pure; unmixed

Cross Translation:
FromToVia
onvermengd absolute; stark; perfect; impeccable parfait — Qui réunir toutes les qualités, sans nul mélange de défauts.
onvermengd pure; simple; straightforward; common; unpretentious; clean; untainted; mere; sole; solitary; absolute; stark pur — Qui est sans mélange.

Related Translations for onvermengd