Dutch
Detailed Translations for onstabiel from Dutch to English
onstabiel:
Translation Matrix for onstabiel:
Adjective | Related Translations | Other Translations |
erratic | onstabiel | insolide |
unstable | onstabiel | gedesequilibreerd; grillig; inconsistent; insolide; los; nukkig; onberekenbaar; onevenwichtig; onvast; onvoorspelbaar; onzeker; rank; variabel; variërend; veranderlijk; wankel; wankel evenwicht; wankelbaar; wankelend; wiebelend; wiebelig; wispelturig; wisselend; wisselvallig |
unsteady | onstabiel | grillig; inconsistent; insolide; nukkig; onberekenbaar; onvoorspelbaar; veranderlijk; wiebelend; wiebelig; wispelturig |