Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. onderscheid aanbrengen in:


Dutch

Detailed Translations for onderscheid aanbrengen in from Dutch to English

onderscheid aanbrengen in:

onderscheid aanbrengen in verb

  1. onderscheid aanbrengen in (nuanceren; schakeren)
    to nuance; to distinguish; to discern; to discriminate; to differentiate
    • nuance verb (nuances, nuanced, nuancing)
    • distinguish verb (distinguishes, distinguished, distinguishing)
    • discern verb (discerns, discerned, discerning)
    • discriminate verb (discriminates, discriminated, discriminating)
    • differentiate verb (differentiates, differentiated, differentiating)

Translation Matrix for onderscheid aanbrengen in:

NounRelated TranslationsOther Translations
differentiate maken van onderscheid; onderscheiding
VerbRelated TranslationsOther Translations
differentiate nuanceren; onderscheid aanbrengen in; schakeren afscheiden; afsplitsen; afzonderen; differentiëren; nuanceren; scheiden; separeren; splitsen
discern nuanceren; onderscheid aanbrengen in; schakeren onderscheiden; van elkaar onderscheiden
discriminate nuanceren; onderscheid aanbrengen in; schakeren achterstellen; discrimineren
distinguish nuanceren; onderscheid aanbrengen in; schakeren onderscheid maken; onderscheiden
nuance nuanceren; onderscheid aanbrengen in; schakeren nuanceren

Related Translations for onderscheid aanbrengen in