Summary
Dutch to English: more detail...
- omschrijvend:
- omschrijven:
- Wiktionary:
-
User Contributed Translations for omschrijvend:
- descriptive
Dutch
Detailed Translations for omschrijvend from Dutch to English
omschrijvend:
-
omschrijvend (definiërend)
Translation Matrix for omschrijvend:
Noun | Related Translations | Other Translations |
defining | discipline; dwang; gehoorzaamheid; onderwerping; orde; tucht | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
defining | definiërend; omschrijvend | |
specifying | definiërend; omschrijvend |
Wiktionary Translations for omschrijvend:
omschrijvend
adjective
-
expressed in more words than are necessary
-
indirect in naming an entity; circumlocutory
-
grammar: characterized by periphrase or circumlocution
omschrijven:
-
omschrijven (definiëren; bepalen)
-
omschrijven (beschrijven; schetsen; afschilderen)
Conjugations for omschrijven:
o.t.t.
- omschrijf
- omschrijft
- omschrijft
- omschrijven
- omschrijven
- omschrijven
o.v.t.
- omschreef
- omschreef
- omschreef
- omschreven
- omschreven
- omschreven
v.t.t.
- heb omschreven
- hebt omschreven
- heeft omschreven
- hebben omschreven
- hebben omschreven
- hebben omschreven
v.v.t.
- had omschreven
- had omschreven
- had omschreven
- hadden omschreven
- hadden omschreven
- hadden omschreven
o.t.t.t.
- zal omschrijven
- zult omschrijven
- zal omschrijven
- zullen omschrijven
- zullen omschrijven
- zullen omschrijven
o.v.t.t.
- zou omschrijven
- zou omschrijven
- zou omschrijven
- zouden omschrijven
- zouden omschrijven
- zouden omschrijven
en verder
- ben omschreven
- bent omschreven
- is omschreven
- zijn omschreven
- zijn omschreven
- zijn omschreven
diversen
- omschrijf!
- omschrijft!
- omschreven
- omschrijvend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for omschrijven:
Wiktionary Translations for omschrijven:
omschrijven
Cross Translation:
verb
omschrijven
-
in enige woorden een definitie ergens van geven
- omschrijven → describe
verb
-
to represent in words
-
to represent letters or words in the characters of another alphabet or script
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• omschrijven | → fix; affix; attach; determine; fasten; secure; set; stick; appoint; define; allot | ↔ fixer — attacher, affermir, rendre immobile, maintenir en place. |