Adjective | Related Translations | Other Translations |
ardent
|
bedreven; noest; onvermoeibaar
|
fel; fervent; gepassioneerd; hartstochtelijk; heetbloedig; heftig; hevig; spiritueus; stormachtig; temperamentvol; verwoed; vurig; warmbloedig
|
assiduous
|
bedreven; noest; onvermoeibaar
|
naarstig; toegewijd; verwoed
|
diligent
|
arbeidzaam; bedreven; noest; onvermoeibaar
|
naarstig; toegewijd; verwoed
|
indefatigable
|
bedreven; noest; onvermoeibaar
|
onverdroten; onvermoeibaar; onvermoeid
|
industrious
|
arbeidzaam; bedreven; noest; onvermoeibaar
|
actief; arbeidend; arbeidzaam; bedrijvig; bezig; druk; ijverig; naarstig; nijver; verwoed; vlijtig; werkend; werkzaam
|
practiced
|
bedreven; noest; onvermoeibaar
|
geleerd; geschoold; onderwezen
|
practised
|
bedreven; noest; onvermoeibaar
|
geleerd; geschoold; onderwezen
|
tireless
|
bedreven; noest; onvermoeibaar
|
|
zealous
|
bedreven; noest; onvermoeibaar
|
ijverig; vlijtig
|
Modifier | Related Translations | Other Translations |
hard working
|
arbeidzaam; noest
|
flink aanpakkend; grondig aanpakkend; stevig aanpakkend
|
laborious
|
arbeidzaam; noest
|
actief; arbeidend; arbeidzaam; bedrijvig; bewerkelijk; bezig; werkend; werkzaam
|