Dutch

Detailed Translations for nauwkeurigheid from Dutch to English

nauwkeurigheid:

nauwkeurigheid [de ~ (v)] noun

  1. de nauwkeurigheid (nauwgezetheid; precisie; accuratesse)
    the punctuality

Translation Matrix for nauwkeurigheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
punctuality accuratesse; nauwgezetheid; nauwkeurigheid; precisie juistheid; preciesheid; stiptheid

Related Words for "nauwkeurigheid":


Wiktionary Translations for nauwkeurigheid:

nauwkeurigheid
noun
  1. de mate waarin men zaken tot in de puntjes behandelt
nauwkeurigheid
noun
  1. state of being accurate

Cross Translation:
FromToVia
nauwkeurigheid precision précision — Exactitude dans la pensée et dans l'expression

nauwkeurigheid form of nauwkeurig:


Translation Matrix for nauwkeurig:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
accurate accuraat; gedetailleerd; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; precies; secuur; zorgvuldig accuraat; correct; goed; juist; net; precies; secuur; stipt; trefzeker; voorzichtig; zorgvuldig
careful accuraat; gedetailleerd; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; precies; secuur; zorgvuldig accuraat; consciëntieus; gewetensvol; grondig; met een scherp oog; met zorg; nauwlettend; net; precies; scrupuleus; secuur; stipt; vol zorg; voorzichtig; zorgvuldig; zorgzaam
conscientious accuraat; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; precies; secuur angstvallig; consciëntieus; gewetensvol; met grote juistheid; met zorg; nauwgezet; nauwlettend; scrupuleus; zorgvuldig
detailed accuraat; gedetailleerd; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; precies; secuur; zorgvuldig in details; lijvig; omvangrijk; overvloedig; rijkelijk; royaal; ruimschoots; scheutig; uitgewerkt; verregaand; volumineus
exact accuraat; gedetailleerd; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; precies; secuur; zorgvuldig afgepast; exact; haarfijn; haarscherp; juist; kloppend; met grote juistheid; naaldscherp; nauwgezet; precies; ragfijn; uitgerekend; waar
exhaustive accuraat; gedetailleerd; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; precies; secuur; zorgvuldig breedsprakig; breedvoerig; fundamenteel; gefundeerd; in details; langdradig; omslachtig; omstandig; onderbouwd; uitgebreid; uitgewerkt; uitvoerig; wezenlijk; wijdlopig
meticulous accuraat; gedetailleerd; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; precies; secuur; zorgvuldig angstvallig; nauwlettend; zorgvuldig
painstaking accuraat; gedetailleerd; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; precies; secuur; zorgvuldig
precise accuraat; gedetailleerd; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; precies; secuur; stipt; zorgvuldig accuraat; correct; exact; goed; haarfijn; juist; kloppend; met grote juistheid; nauwgezet; net; onvermurwbaar; precies; ragfijn; secuur; stipt; streng; strikt; stringent; uitgerekend; voorzichtig; waar; zorgvuldig
punctual conscientieus; nauwgezet; nauwkeurig; precies; stipt; zorgvuldig exact; precies; punctueel; stipt; strikt
scrupulous accuraat; gedetailleerd; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; precies; secuur; zorgvuldig angstvallig; nauwlettend; zorgvuldig
stringent accuraat; gedetailleerd; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; precies; secuur; stipt; zorgvuldig bindend; dringend; dwingend; klemmend; met spoed; onvermurwbaar; rigoureus; spoedeisend; streng; strikt; stringent; urgent
AdverbRelated TranslationsOther Translations
accurately accuraat; gedetailleerd; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; nauwlettend; precies; secuur; zorgvuldig exact; juist; precies
in detail accuraat; gedetailleerd; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; precies; secuur; zorgvuldig in details; uitgewerkt
precisely accuraat; gedetailleerd; minutieus; nauwgezet; nauwkeurig; precies; secuur; zorgvuldig onvermurwbaar; streng; strikt; stringent

Related Words for "nauwkeurig":

  • nauwkeurigheid, nauwkeuriger, nauwkeurigere, nauwkeurigst, nauwkeurigste, nauwkeurige

Wiktionary Translations for nauwkeurig:

nauwkeurig
adjective
  1. erg zorgvuldig
nauwkeurig
adjective
  1. exact or careful conformity to truth
  2. exact

Cross Translation:
FromToVia
nauwkeurig exact; precise; accurate; correct; proper; right; on time; prompt; punctual; regular; timely exact — Qui suivre rigoureusement la vérité, la convention.
nauwkeurig punctual; on time; prompt; regular; timely; accurate ponctuel — Qui est exact
nauwkeurig regular; on time; prompt; punctual; timely; accurate; even; steady; constant régulier — Qui a de la régularité, qui est conforme à des règles, soit naturelles, soit de convention ; qui est constant, uniforme.