Summary
Dutch
Detailed Translations for knoedels from Dutch to English
knoedels:
Translation Matrix for knoedels:
Noun | Related Translations | Other Translations |
dumplings | knoedels; noedels; pasta | |
noodles | knoedels; noedels; pasta | |
pasta | knoedels; noedels; pasta | Italiaanse deegwaren; deegwaren; pasta |
paste | knoedels; noedels; pasta | crème; deeg; dikke zalf; huidcrème; pasta; smeerseltje |
Verb | Related Translations | Other Translations |
paste | iets vastkleven; kleven; plakken; vastlijmen |
Related Words for "knoedels":
knoedel:
Translation Matrix for knoedel:
Noun | Related Translations | Other Translations |
bun | haarknot; kluwen; knoedel; knoedeltje; knoet; knot; knotje; vlecht; wrong | knot; knotje haar; toet |
knot | haarknot; kluwen; knoedel; knoedeltje; knoet; knot; knotje; vlecht; wrong | knot; schuifknoop; streng garen; strik |
knot of hair | haarknot; kluwen; knoedel; knoedeltje; knoet; knot; knotje; vlecht; wrong | pluk haar; toet |
Verb | Related Translations | Other Translations |
knot | aan elkaar binden; aan elkaar knopen; bevestigen; knopen; strikken; vastknopen; verbinden |