Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. kenschetsend:
  2. kenschetsen:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for kenschetsend from Dutch to English

kenschetsend:


kenschetsen:

kenschetsen verb (kenschets, kenschetst, kenschetste, kenschetsten, gekenschetst)

  1. kenschetsen (karakteriseren; kenmerken; typeren)
    to characterize; to characterise
    – describe or portray the character or the qualities or peculiarities of 1
    • characterize verb, American (characterizes, characterized, characterizing)
      • You can characterize his behavior as that of an egotist1
      • This poem can be characterized as a lament for a dead lover1
    • characterise verb, British
    to define
    – determine the essential quality of 1
    • define verb (defines, defined, defining)
    to depict; to describe
    – give a description of 1
    • depict verb (depicts, depicted, depicting)
    • describe verb (describes, described, describing)
    to mark
    • mark verb (marks, marked, marking)
  2. kenschetsen (karakteriseren; kenmerken; tekenen; typeren)
    to characterize; to characterise
    – describe or portray the character or the qualities or peculiarities of 1
    • characterize verb, American (characterizes, characterized, characterizing)
      • You can characterize his behavior as that of an egotist1
      • This poem can be characterized as a lament for a dead lover1
    • characterise verb, British
    to typify
    – express indirectly by an image, form, or model; be a symbol 1
    • typify verb (typifies, typified, typifying)
    to mark
    • mark verb (marks, marked, marking)

Conjugations for kenschetsen:

o.t.t.
  1. kenschets
  2. kenschetst
  3. kenschetst
  4. kenschetsen
  5. kenschetsen
  6. kenschetsen
o.v.t.
  1. kenschetste
  2. kenschetste
  3. kenschetste
  4. kenschetsten
  5. kenschetsten
  6. kenschetsten
v.t.t.
  1. heb gekenschetst
  2. hebt gekenschetst
  3. heeft gekenschetst
  4. hebben gekenschetst
  5. hebben gekenschetst
  6. hebben gekenschetst
v.v.t.
  1. had gekenschetst
  2. had gekenschetst
  3. had gekenschetst
  4. hadden gekenschetst
  5. hadden gekenschetst
  6. hadden gekenschetst
o.t.t.t.
  1. zal kenschetsen
  2. zult kenschetsen
  3. zal kenschetsen
  4. zullen kenschetsen
  5. zullen kenschetsen
  6. zullen kenschetsen
o.v.t.t.
  1. zou kenschetsen
  2. zou kenschetsen
  3. zou kenschetsen
  4. zouden kenschetsen
  5. zouden kenschetsen
  6. zouden kenschetsen
en verder
  1. ben gekenschetst
  2. bent gekenschetst
  3. is gekenschetst
  4. zijn gekenschetst
  5. zijn gekenschetst
  6. zijn gekenschetst
diversen
  1. kenschets!
  2. kenschetst!
  3. gekenschetst
  4. kenschetsend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for kenschetsen:

NounRelated TranslationsOther Translations
mark beoordelingscijfer; cijfer; doelschijf; eigenschap; etiket; herkenningsteken; iemand kenmerken; kenmerk; kenteken; litteken; merk; merkteken; onderscheidingsteken; punt; rapportcijfer; schietschijf; schoolcijfer
VerbRelated TranslationsOther Translations
characterise karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; tekenen; typeren
characterize karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; tekenen; typeren
define karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; typeren aanduiden; aangeven; afbakenen; afpalen; afzetten; begrenzen; bepalen; beschrijven; definiëren; iets aanwijzen; indiceren; mededelen; nader omschrijven; omlijnen; omschrijven; preciseren; uiteenzetten; verhalen; vertellen; wijzen; zeggen
depict karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; typeren afbeelden; afschilderen; beschrijven; doen lijken; mededelen; portretteren; schilderen; tekenen; uiteenzetten; verhalen; vertellen; zeggen
describe karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; typeren afschilderen; beschrijven; doen lijken; mededelen; omschrijven; schetsen; uiteenzetten; verhalen; vertellen; weergeven; zeggen
mark karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; tekenen; typeren aankruisen; aanstrepen; afvinken; branden; brandmerken; inbranden; keurmerken; markeren; merken; van stigma's voorzien; vinken
typify karakteriseren; kenmerken; kenschetsen; tekenen; typeren

Related Words for "kenschetsen":


Wiktionary Translations for kenschetsen:


Cross Translation:
FromToVia
kenschetsen mark; brand; earmark; flag; hallmark; label; stamp; stud; route; form; mould; mold; shape; turn zeichnen — (transitiv) etwas mit einem oder mehreren Zeichen versehen