Dutch
Detailed Translations for inwinnen from Dutch to English
inwinnen:
-
inwinnen (trachten te krijgen)
Conjugations for inwinnen:
o.t.t.
- win in
- wint in
- wint in
- winnen in
- winnen in
- winnen in
o.v.t.
- won in
- won in
- won in
- wonnen in
- wonnen in
- wonnen in
v.t.t.
- heb ingewonnen
- hebt ingewonnen
- heeft ingewonnen
- hebben ingewonnen
- hebben ingewonnen
- hebben ingewonnen
v.v.t.
- had ingewonnen
- had ingewonnen
- had ingewonnen
- hadden ingewonnen
- hadden ingewonnen
- hadden ingewonnen
o.t.t.t.
- zal inwinnen
- zult inwinnen
- zal inwinnen
- zullen inwinnen
- zullen inwinnen
- zullen inwinnen
o.v.t.t.
- zou inwinnen
- zou inwinnen
- zou inwinnen
- zouden inwinnen
- zouden inwinnen
- zouden inwinnen
en verder
- is ingewonnen
diversen
- win in!
- wint in!
- ingewonnen
- inwinnend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze