Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. geintje:
  2. gein:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for geintje from Dutch to English

geintje:

geintje [het ~] noun

  1. het geintje (grapje; scherts; lolletje; )
    the joke; the prank; the banter

Translation Matrix for geintje:

NounRelated TranslationsOther Translations
banter aardigheid; gein; geintje; gekheid; grapje; lolletje; pretje; scherts blijdschap; malheid; plezier; vreugde
joke aardigheid; gein; geintje; gekheid; grapje; lolletje; pretje; scherts bak; canard; farce; grap; grappenmakerij; grol; kwinkslag; mop; scherts; schertsvertoning; ui
prank aardigheid; gein; geintje; gekheid; grapje; lolletje; pretje; scherts baldadigheid; guitenstreek; kattenkwaad; kwajongensstreek; ondeugendheid; poets; schelmenstreek; schelmerij; schelmstuk; streek
VerbRelated TranslationsOther Translations
banter badineren; dollen; een poets bakken; gekheid uithalen; gekscheren; grappen; malligheid uithalen; schertsen; streek uithalen
joke badineren; dollen; een poets bakken; gekheid maken; gekheid uithalen; gekscheren; grappen; grappen maken; malligheid uithalen; schertsen; streek uithalen

Related Words for "geintje":


Wiktionary Translations for geintje:

geintje
noun
  1. something said or done for amusement

Cross Translation:
FromToVia
geintje sly joke; fib; porky; humbug blague — Vessie ou petit sachet de grosse toile, de pélican ou de peau dans lequel les fumeurs mettent le tabac dont ils font usage.

geintje form of gein:

gein [de ~ (m)] noun

  1. de gein (pret; plezier; lol; )
    the joyfulness; the high jinks; the lunacy; the joy; the merriment; the pleasure; the hilarity; the silliness; the fun; the folly; the madness; the mirth; the nonsense; the joking
  2. de gein (uiting van vrolijkheid; grap; aardigheid)
    the fun
    • fun [the ~] noun
  3. de gein (geintje; grapje; scherts; )
    the joke; the prank; the banter

Translation Matrix for gein:

NounRelated TranslationsOther Translations
banter aardigheid; gein; geintje; gekheid; grapje; lolletje; pretje; scherts blijdschap; malheid; plezier; vreugde
folly gein; jolijt; keet; leut; lol; plezier; pret apekool; dwaasheid; flauwekul; gebeuzel; gekheid; gekkigheid; gekte; geleuter; gezwam; gezwets; humbug; idioterie; klets; kletskoek; kolder; kolderverhaal; kul; larie; malheid; nonsens; rimram; uitzinnigheid; verdwaasdheid; verdwazing; waanzin; zotheid
fun aardigheid; gein; grap; jolijt; keet; leut; lol; plezier; pret; uiting van vrolijkheid genoegen; genot; grapjes; jolijt; jool; keet; kluchtigheid; koddigheid; leukheid; leut; lol; lolletjes; lust; plezier; pret; pretmakerij; schertsen
high jinks gein; jolijt; keet; leut; lol; plezier; pret
hilarity gein; jolijt; keet; leut; lol; plezier; pret hilariteit; joligheid
joke aardigheid; gein; geintje; gekheid; grapje; lolletje; pretje; scherts bak; canard; farce; grap; grappenmakerij; grol; kwinkslag; mop; scherts; schertsvertoning; ui
joking gein; jolijt; keet; leut; lol; plezier; pret aanfluiting; bespotting; gespot; hoon; ironie; sarcasme; smaad; spot; spotternij
joy gein; jolijt; keet; leut; lol; plezier; pret aardigheid; blijheid; blijmoedigheid; bof; geluk; geluk hebbend; gelukzaligheid; geneugte; genieten; genoegen; genot; heerlijkheid; jolijt; jool; jubelkreten; jubels; keet; keurigheid; lol; netheid; onberispelijkheid; opgeruimdheid; opgewektheid; ordelijkheid; plezier; pret; pretmakerij; properheid; smetteloosheid; vreugde; vreugdekreten; vreugdeschreeuwen; vrolijkheid
joyfulness gein; jolijt; keet; leut; lol; plezier; pret blijheid; blijmoedigheid; jolijt; opgewektheid; plezier; pret; vreugde; vrolijkheid
lunacy gein; jolijt; keet; leut; lol; plezier; pret dwaasheid; gekheid; gekkigheid; gekte; idioterie; idiotisme; maanziekte; verstandsverbijstering; waanzinnigheid; zotheid
madness gein; jolijt; keet; leut; lol; plezier; pret gekheid; gekkenwerk; malligheid; waanzinnigheid
merriment gein; jolijt; keet; leut; lol; plezier; pret blijheid; blijmoedigheid; hilariteit; joligheid; jolijt; jool; keet; keurigheid; lol; netheid; onberispelijkheid; opgeruimdheid; opgewektheid; ordelijkheid; plezier; pret; pretmakerij; properheid; smetteloosheid; vreugde; vrolijkheid
mirth gein; jolijt; keet; leut; lol; plezier; pret blijheid; blijmoedigheid; jolijt; jool; keet; keurigheid; lol; netheid; onberispelijkheid; opgeruimdheid; opgewektheid; ordelijkheid; plezier; pret; pretmakerij; properheid; smetteloosheid; vreugde; vrolijkheid
nonsense gein; jolijt; keet; leut; lol; plezier; pret apekool; flauwekul; gebazel; gebeuzel; gekkenpraat; geleuter; gezwam; gezwets; humbug; klets; kletskoek; kletspraat; kolder; kolderverhaal; kul; larie; malheid; mallepraat; nonsens; onzin; quatsch; rimram; waanzin; wartaal; zotteklap
pleasure gein; jolijt; keet; leut; lol; plezier; pret aardigheid; blijheid; blijmoedigheid; geneugte; genieten; genoegen; genot; hilariteit; joligheid; jolijt; jool; keet; keurigheid; leut; lol; lust; netheid; onberispelijkheid; opgeruimdheid; opgewektheid; ordelijkheid; plezier; pret; pretmakerij; properheid; smetteloosheid; vreugde; vrolijkheid; welgevallen
prank aardigheid; gein; geintje; gekheid; grapje; lolletje; pretje; scherts baldadigheid; guitenstreek; kattenkwaad; kwajongensstreek; ondeugendheid; poets; schelmenstreek; schelmerij; schelmstuk; streek
silliness gein; jolijt; keet; leut; lol; plezier; pret kinderlijkheid; malheid; naïveteit; naïviteit; onnozelheid; simpelheid
VerbRelated TranslationsOther Translations
banter badineren; dollen; een poets bakken; gekheid uithalen; gekscheren; grappen; malligheid uithalen; schertsen; streek uithalen
joke badineren; dollen; een poets bakken; gekheid maken; gekheid uithalen; gekscheren; grappen; grappen maken; malligheid uithalen; schertsen; streek uithalen

Related Words for "gein":