Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. geadresseerde:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for geadresseerde from Dutch to English

geadresseerde:

geadresseerde [de ~] noun

  1. de geadresseerde (bestemming)
    the addressee; the destiny; the consignee

Translation Matrix for geadresseerde:

NounRelated TranslationsOther Translations
addressee bestemming; geadresseerde hij die ontvangt; iemand aan wie iets gegeven wordt; ontvanger; recipiënt
consignee bestemming; geadresseerde hij die ontvangt; ontvanger
destiny bestemming; geadresseerde levenslot; lot; lotsbestemming; noodlot; ongelukkig lot

Wiktionary Translations for geadresseerde:

geadresseerde
noun
  1. person or organization to which something is addressed or sent

Cross Translation:
FromToVia
geadresseerde addressee; consignee; recipient destinataire — Celui, celle qui doit recevoir un message.