Translate functie from Dutch to English

Remove Ads

Summary

Dutch to English: more detail...

functie:
- function; position; post; job; installment; instalment; role; job role; feature
Wiktionary:
- functie → function, use
- functie → position, function, job, office, post, capacity

Dutch

Detailed Translations for functie from Dutch to English

functie:

functie [de ~ (v)] noun

de functie (betrekking; ambt)
the function; the position; the job
- function [the ~] noun
- position [the ~] noun
- job [the ~] noun
the post
– a job in an organization ¹
- post [the ~] noun
  - he occupied a post in the treasury¹
de functie (dienstbetrekking; positie; baan; job)
the position; the function; the job; the installment; the instalment
- position [the ~] noun
- function [the ~] noun
- job [the ~] noun
- installment [the ~] noun, American
- instalment [the ~] noun, British
the post
– a job in an organization ¹
- post [the ~] noun
  - he occupied a post in the treasury¹
de functie
the function
– A piece of code that operates as a single logical unit. A function is called by name, accepts optional input parameters, and returns a status and optional output parameters. Many programming languages support functions. ²
- function [the ~] noun
de functie
the role
– A set of software programs that, when installed and properly configured, allows a computer running a Windows Server operating system to perform a specific function for multiple users or other computers within a network. ²
- role [the ~] noun
de functie
the job role
– The tasks and activities of an individual in a certain professional position. ²
- job role [the ~] noun
de functie
the function
– A component which can be included in a synchronization rule or a workflow definition to process data values. ²
- function [the ~] noun
de functie
the feature
– A set of logically related functional requirements that provides a capability to the user and enables the satisfaction of a business objective. ²
- feature [the ~] noun
de functie
the feature
– A set of software functionality designed to solve a specific problem or to provide a new functionality to the user. ²
- feature [the ~] noun
de functie
the feature
– In Server Manager, a software program or logical collection of software programs that, though not part of a role, can support the functionality of one or more roles, or enhance the functionality of an entire server, regardless of which roles are installed. For example, the Failover Clustering feature augments the functionality of other roles, such as File Services and DHCP Server, by enabling them to join server clusters for increased redundancy and improved performance. ²
- feature [the ~] noun

Translation Matrix for functie:

Noun	Related Translations	Other Translations
feature	functie	eigenschap; gelaatstrek; karaktereigenschap; karakterisering; karakteristiek; karaktertrek; karaktertrekje; kenmerk; rubriek; stigma; trekje; typering
function	ambt; baan; betrekking; dienstbetrekking; functie; job; positie	eigenschap; functionaliteit; hoedanigheid; werkzaamheid
installment	baan; dienstbetrekking; functie; job; positie
instalment	baan; dienstbetrekking; functie; job; positie
job	ambt; baan; betrekking; dienstbetrekking; functie; job; positie	aanstelling; aanvraag; ambacht; arbeid; arbeidsplaats; baan; baantje; benoeming; beroep; bezigheid; contract; inspanning; installatie; karweitje; klusje; taak; vak; werk; werkkring; werkplek; werkzaamheid
job role	functie
position	ambt; baan; betrekking; dienstbetrekking; functie; job; positie	arrangement; bewering; gesteldheid; gezichtshoek; gezichtspunt; houding; indeling; invalshoek; klasse; ligging; maatschappelijke klasse; oogpunt; opstelling; orde; ordening; perspectief; positie; rang; rangschikking; schikking; slag; staat; stand; stand van het lichaam; standpunt; standpuntbepaling; stellingname; thema; toestand; zienswijs
post	ambt; baan; betrekking; dienstbetrekking; functie; job; positie	bericht; gebrachte brieven; mast; paal; pijler; pilaar; post; standoord; wachtpost
role	functie	beveiligingsrol; personageuitbeelding; rol
Verb	Related Translations	Other Translations
function		functioneren; uit werken gaan; werkzaam zijn
position		plaatsen; positioneren; zetten
post		boeken; op de bus doen; plaatsen; posten; situeren; zich afspelen

Related Words for "functie":

functies

Related Definitions for "functie":

waarvoor het dient³
- wat is de functie van deze knop?³
werk dat je moet doen³
- welke functie heeft zij in dat bedrijf?³

Wiktionary Translations for functie:

functie

noun

taak
- functie → function
positie binnen een bedrijf of organisatie
- functie → function
(wiskunde) afhankelijkheid tussen een element en een veranderlijke
- functie → function
(informatica) onderdeel van de broncode van een computerprogramma
- functie → function

functie

noun

chemistry: characteristic behavior of a chemical compound
- function → functie
biology: physiological activity of an organ or body part
- function → functie
computing: routine that returns a result
- function → functie
mathematics: one-to-one relation
- function → functie
relation where one thing is dependent on another
- function → functie
professional or official position
- function → functie
what something does or is used for
- function → functie
function
- use → functie

Cross Translation:

From	To	Via
• functie	→ position; function; job	↔ Position — Anstellung, berufliche Stellung
• functie	→ job	↔ Stelle — Arbeitsplatz
• functie	→ position	↔ Stellung — berufliche Position
• functie	→ function; job; office; post; capacity; position	↔ fonction — Activité qui tend à un but précis

Related Translations for functie

Remove Ads

Translate functie from Dutch to English

Detailed Translations for functie from Dutch to English

functie:

functie [de ~ (v)] noun

de functie (betrekking; ambt)

de functie (dienstbetrekking; positie; baan; job)

de functie

de functie

de functie

de functie

de functie

de functie

de functie

Translation Matrix for functie:

Related Words for "functie":

Related Definitions for "functie":

Wiktionary Translations for functie:

Related Translations for functie