Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. feestvreugde:


Dutch

Detailed Translations for feestvreugde from Dutch to English

feestvreugde:

feestvreugde [de ~ (v)] noun

  1. de feestvreugde (feestelijkheid)
    the revelry; the festivities; the celebrations

Translation Matrix for feestvreugde:

NounRelated TranslationsOther Translations
celebrations feestelijkheid; feestvreugde
festivities feestelijkheid; feestvreugde feestdrukte
revelry feestelijkheid; feestvreugde blijdschap; blijheid; blijmoedigheid; feestdrukte; hilariteit; hupsheid; jolijt; jool; keet; lol; lustigheid; opgewektheid; plezier; pretmakerij; uitgelatenheid; vreugde; vrolijkheid